Haagsche Courant/1936/Nummer 16415/Ypenburg

‘„Ypenburg” nadert zijn voltooiïng. Het veld verkeert in prachtige conditie. Race met den tijd bij den bouw’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit de Haagsche Courant, dinsdag 11 augustus 1936, vijfde blad, [p. 1]. Publiek domein.
[ vijfde blad, 1 ]

„Ypenburg” nadert zijn voltooiïng.


Het veld verkeert in prachtige conditie.


Race met den tijd bij den bouw.

Het tijdstip, waarop het Haagsche vliegveld „Ypenburg” zal worden geopend, nadert snel. Het wordt in de afwerking van het terrein en de voltooiïng der gebouwen, een race met den tijd. Er resten nog ruim twee weken tot 29 Augustus, den dag waarop de residentie de opheffing uit haar isolement in het luchtverkeer zal vieren met een grootsch festijn op den kersverschen grond van „Ypenburg”.
Het is nu zaak, om, wil men bij blijven in den voortgang der werkzaamheden, bijna dagelijks naar het veld te gaan. Wij waren er sedert een paar weken niet geweest en stonden verbaasd over de vorderingen, welke intusschen waren gemaakt.
Gaaf en vast strekt zich de groote vliegweide tot in de verte uit, waar de lage dijk langs de uitwateringssloot een duidelijke markeeringslijn vormt.
De bodem heeft de zware regens van de laatste weken uitstekend doorstaan, waarmee tevens een goede proef werd geleverd op de deugdelijkheid van het drainage-systeem. Dit blijkt voortreffelijk te werken en heeft de bewondering gewekt van het bestuur van den naastliggenden polder. Ook de terreinexperts zijn over de kwaliteit van het veld hoogst tevreden en de heeren Schmidt Crans en Asjes, die „Ypenburg” herhaaldelijk met hun toestellen aandoen, zijn eveneens vol lof.
De defintieve keuring moet nog plaats hebben, maar er behoeft geen twijfel te bestaan over den uitslag.
Om nog even bij het veld te blijven, toen wij er een kijkje namen, waren juist de eerste werkzaamheden begonnen voor den aanleg der terreinverlichting, waarmee, als eerder gemeld, de montage der radio-geluidsversterking samengaat.
In het middenvak zijn de betonnen landingscirkel en de naam „Ypenburg” reeds uitgezet.
De vlieger Bach kwam er vanmorgen met een toestel van de N. L. S. een kijkje op nemen vanuit de lucht. Trouwens, aan belangstelling in dezen vluchtigen vorm ontbreekt het boven „Ypenburg” niet. De vogels komen hun toekomstig nest herhaaldelijk inspecteeren.
De „Shell” is tusschen het stationsgebouw en de groote hangar bezig met het leggen van de laatste der zeven tanks, die, in twee groepen samengebracht, den benzinevoorraad zullen bevatten. Wanneer dit karwei achter den rug is, heeft het graafwerk zijn beslag gekregen.

De gebouwen.

Van het gebouwencomplex is het stationsgebouw het verst gevorderd. Uitwendig is het vrijwel gereed en aan het interieur wordt door de metselaars en timmerlui de laatste hand gelegd. Straks komen de meubelmakers en stoffeerders om de inrichting te completeeren.
Van de dakterrassen boven de gebouwen der Aero-clubs en het restaurant heeft men een prachtig uitzicht over het terrein. Dit zal ook het geval zijn met de breede terrassen gelijkvloers, die in twee trappen afdalen tot het maaiveld. Het glazen windschut, dat de geheele achterzijde van het terras afsluit, is reeds opgesteld en met de betegeling van het zitje, zoomede met die van het platform daarvóór en van het parkeerterrein op het veld, is men eveneens goeddeels gereed.
De groote hangar is met zijn stalen geraamte als een paddestoel uit den grond verrezen. Dat gaat wondersnel.
Het kleine gebouwtje daarnaast, waarin de heer Bekkers zijn proefnemingen met zijn nieuw propellersysteem zal voortzetten, is zelfs al in gebruik genomen. Er is een oude verkenner van Soesterberg in gedeeltelijk gemonteerden staat in opgesteld, waarmee t.z.t. de experimenten zullen worden verricht.
Voor wie langs den grooten weg het terrein passeert, is het thans ook duidelijk geworden, dat „Ypenburg” zijn opening nadert, want de breede ingang is sinds enkele dagen afgesloten door hooge stalen hekken, waarop in forsche letters de naam „Vliegveld Ypenburg” is aangebracht.
Het einde nadert om plaats te maken voor een grootsch begin. De laatste loodjes wegen ook hier zwaar, maar de heeren Reinders en van Zwanenburg zijn er volkomen gerust op, dat het Haagsche veld zijn bezoekers op 29 Augustus zal kunnen ontvangen, volledig gereed en compleet geoutilleerd.
Voor die ontvangst zijn de voorbereidingen eveneens in vollen gang. Er komt enorm veel bij kijken, want men verwacht — terecht — massale belangstelling.