Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants/Capriccio

Fa­ma Ca­pric­cio. Fan­ta­syen, vreemde Invallen’ door Ce­sa­re Ri­pa For­tu­na. Avon­tuyr
Afkomstig uit Cesare Ripa et al. (1644) Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants, Amstelredam: Dirck Pietersz Pers, p. 129-130. Publiek domein.
[ 129 ]

Capriccio. Fantaſyen, vreemde Invallen.

EEn Iongelingh met verſcheyden verwen bekleet, met een Bonet op ’t hoofd, van dieſelve verwe als ’t kleed is, waer op verſcheyden Veederboſſen ſtaen, hebbende in de rechter hand een Blaesbalck, en in de ſlincker een Spoore.
Capriccioſen of Fantaſtike worden die geene genaemt, die door de Ideen of gemeene voorbeeldingen van andere Menſchen, verſcheyden eygen vindingen en wercken bedencken en aennemen: Maer door de wiſpeltuyrigheyt van ’t een op ’t ander, van dieſelve ſlagh, ſoo worden, door [ 130 ]maniere van gelijckheyt, de Ideen, Capriccien, Fantaſyen of Invallen van ’t ontwerp genaemt, die ſich ſoo wel in de Muſijck, Schilderkonſt als in andere konſten openbaeren, verre afgeſcheyden van de gemeene maniere: De onbeſtandigheyt wort door de Ionckheyt afgebeelt, en de veranderlijckheydt, door de verſcheydentheydt van de verwen.
Het Bonnet met verſcheyden veeren, vertoont, dat deſe verſcheydentheyt van ongemeene handelingen, voornaemlijck uyt de fantasyen heerkomt.
De Spoore en de Blaesbalck betoonen, dat de Fantaſtike vaerdigh is, om ’s anderen Deughd, te vleyen en te ſtreelen, of dieſſelven gebreecken met Spooren te pyckeeren en ſteken.