Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/425

Deze pagina is proefgelezen
 

WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.

 

 

De Javaansche Anabas scandens.—Het is bekend, dat reeds voor vele jaren v. daldorf en john hebben medegedeeld, dat een in de zoete wateren van Indostan levende visch het vermogen bezit van steunende op zijne stijve vinstekels tegen palmboomen op te klimmen. Aan deze eigenschap is dan ook de naam van Perca scandens of Anabas scandens ontleend.

Van verschillende zijden heeft men echter de juistheid dier mededeelingen betwijfeld, en een der daartegen aangevoerde gronden bestond hierin, dat reinwardt gedurende zijn verblijf op Java, waar de Anabas scandens mede voorkomt, nimmer iets had kunnen vernemen aangaande het beklimmen van boomen door dezen visch.

Onlangs nu had kaup gelegenheid een tweetal dergelijke van Java afkomstige visschen te onderzoeken en bevond, dat de doolhofvormige toestel, welke bij deze visschen boven de kieuwen voorkomt en blijkbaar strekken kan om de kieuwen langer vochtig te houden, bij den Javaapschen Anabas scandens een veel eenvoudiger maaksel heeft, dan bij den Indischen. Die toestel bestaat hier slechts uit drie, weinig geplooide bladen.

Kaup meent, dat dit verschil in maaksel voldoende kan zijn ter verklaring, waarom de Javaansche Anabas scandens zich niet, de Indische daarentegen wel gedurende eenigen tijd in de lucht kan ophouden. Hij meent ook, dat het verschil groot genoeg is om een soortverschil daar te stellen en noemt daarom de op Java levende soort Anabas trifoliatus, er hij opmerkzaam makende, dat deze niet moet verward worden met eene andere mede op Java levende en door onzen landgenoot bleeker beschreven soort, de Anabas macrocephalas. (Arch. f. Naturges. 1860, p. 124).

 

Staalvorming.—Reeds voorlang is door sommigen vermoed, dat staal niet enkel eene scheikundige verbinding van ijzer met koolstof is, maar dat daaraan ook stikstof deel neemt. Uit eenige proeven door kapitein caron aan de Fransche Akademie medegedeeld schijnt te blijken, dat zulks werkelijk het geval is.

Caron plaatste eene ijzeren staaf, omgeven van kleine stukjes kool, in eene

1861.
2