Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/433

Deze pagina is proefgelezen
 

WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.

 

 

Fabriekmatige daarstelling van ijs in den zomer.—Reeds meermalen is het gebleken, dat ontdekkingen, die aanvankelijk slechts van wetenschappelijk belang schenen te zijn, later gewigtige practische toepassingen hebben gevonden. Zoo gaat het ook thans weder met de voor omstreeks eene halve eeuw door leslie gedane ontdekking, dat men midden in den zomer water tot bevriezing kon brengen onder de luchtpomp, door de verkoeling, welke het gevolg is van de verdamping van ether.

Het schijnt, dat men voor het eerst in Amerika beproefd heeft deze handelwijze in het groot toe te passen. Men weet echter, dat op de berigten uit de nieuwe wereld niet altijd even veel staat kan gemaakt worden en dat soms als werkelijk bestaande aldaar is aangekondigd wat ten slotte bleek slechts een project te zijn. Doch hoe dit zij, thans bestaan werkelijk, zoowel te Parijs als te Liverpool, op hetzelfde beginsel steunende inrigtingen om in het heete jaargetijde ijs in groote hoeveelheid kunstmatig voort te brengen.

Die te Parijs is van carré, beschreven en afgebeeld in het Bulletin de la Société d'Encouragement, Mars 1860, met een gunstig rapport daarover van c. laboulaye. Een en ander is overgenomen in het Polytechnisches Journal, CL VIII, p. 109. Bij goede werking van het werktuig werden daarmede in anderhalf uur 100 Ned. ponden ijs gemaakt.

Op nog grootere schaal is de ijsfabriek te Liverpool ingerigt, waarvan dr. dullo, die haar bezocht, in hetzelfde nommor van het Polyt. Journ., p. 115, eene beschrijving gaf. De dagelijksche productie van ijs bedraagt in deze fabriek 40 centenaars, en het pond ijs (engelsch gewigt) wordt daar verkocht voor een halfpenny, en in grootere hoeveelheden voor nog minder.

Het laat zich derhalve voorzien, dat deze fabriekmatige bereiding van ijs allengs algemeen verbreid zal geraken en inzonderheid in de tusschen de keerkringen gelegen landen een belangrijke tak van nijverheid zal worden.

 

Phosphorus in den dampkring.—In de zitting der Fransche akademie van

1861.
3