Pagina:Album der Natuur 1862.djvu/283

Deze pagina is niet proefgelezen
261
STUDIEN OVER DEN OLIFANT.

Bestaat er, kan men vragen, meer dan één fossiele soort? en zijn er meer dan drie levende soorten? Komt er onder deze eene afzonderlijke ruigharige soort voor? en is er werkelijk een eigene witte olifant? Kan de olifant een 4 à 500-jarigen ouderdom bereiken en eene hoogte van 20 voeten of meer[1]? Is hunne huid kogel- of schotvrij? Wisselen zij nu en dan hunne slagtanden? Zijn die bij den man bovenwaarts, bij het wijfje naar beneden gerigt? Dient hunne snuit of hunne maag hun als reservoir voor drinkwater? Bestaat de eerste uit één of uit twee buizen? Is één daarvan voor het ademhalen, de andere voor het drinken bestemd? Zijn hunne voorpooten langer dan de achterste? Is de voet al dan niet met afzonderlijke teenen of hoeven voorzien, en met hoevele? Hebben zij geene kniegewrichten? Kunnen zij om die reden klimmen noch dalen, en moeten zij daarom staande slapen? Zuigen de jongen met den snuit of met den mond? Begraven zij inderdaad hunne dooden? Kunnen zij werkelijk huilen als een mensch, en is het waar, dat zij daarna hunne oogen met de oorlappen afdroogen? enz.

Op alle deze vragen kan niet iedereen onmiddellijk antwoord geven zoo als het behoort (natuurlijk de geleerden uitgesloten), maar de olifant heeft toch eenige eigenschappen, die wij allen kennen. Zoo immers leerden onze ouders reeds van buffon, dat hij niet alleen zoo slim is als een vos, zoo talentvol als een aap, zoo vernuftig als een bever, maar zelfs zoo knap als een schoolmeester in het verstaan van "alle talen!" En wie zou verder niet weten, dat zij sterk genoeg zijn om geheele: "wouden" te kunnen »ontwortelen,' — dat zij in wraakgierigheid haast niet onderdoen voor een' Korsikaan, — dat zij in kuischheid bijna de Diana der mythologie evenaren?

En toch, vreemd genoeg, men mag ook hier zonder schroom vragen: Is zelfs dit een en ander wel getrouwelijk voorgesteld? — In geenen deele; zeer veel kan zelfs op deze "algemeene kennis"

  1. Daar de lengtematen omtrent den olifant veelal in "voeten" en onderdeelen daarvan worden opgegeven, moet ik eens vooral opmerken, dat ik er niet zal bijvoegen, of Rijnl., Eng. of Par. voeten worden bedoeld. Daar het verschil hier slechts 1, hoogstens 2 Ned. duimen bedraagt, mag dit bij een dier van dezen omvang wel worden voorbijgezien.