onder had, was altijd de eerste om over hunne overdrijving te glimlachen met die blijmoedige kalmte en die verhevene rust, welke reeds boven de kleinheden der aarde en der partijschappen heenzagen, zooals zij nu over de toppen der boom en heenzag naar den hoogen hemel. Eene wijle bleef zij aldus staren en mijmeren, en toen, alsof zij het gesprek vergeten was, of wel dat dit gesprek zelf haar tot het verledene had heengevoerd, zeide zij zacht en als in zich zelve: »Hoe goed is die huiselijke rust hier onder dit vreedzame dak; hoe zalig die kalmte over dat vroolijke landschap, en toch… het was juist een avondstond als deze, en hier binnen ook heerschte er een vrede als nu, toen zij hier kwamen, die zooveel smart en jammer zijn komen brengen…"
»Grant-aunt peinst op oude geschiedenissen! " fluisterden de jongere nichten onder elkander. »En gaat ze ons vertellen, hoop ik," juichte de student luide, om zijdelings zijn verzoek aan haar voor te dragen.
»Het was niets dan eene herinnering, Alfred!" glimlachte Miss Harriët, de vlakke hand naar het voorhoofd brengende, als voelde zij daar nog een weinig de kwelling harer gepeinzen.
»Maar eene herinnering, die voor ons eene nieuwe en frissche verschijning zou wezen," bad Alfred.
»Ja, eene verschijning! Als eene verschijning was het mij!" sprak met halfluide stem Miss Harriët; »maar het was geene vroolijke…"
»O! dat zegt niets, Sir Davy en Sir William luisteren niet," sprak de vrouw des huizes, naar de schakers heênziende.
»Schikt u dan allen wat dichter om mij heên, zoo zal ik zacht spreken, en hen niet storen…Want waarlijk, nu die gestalten mij eens weêr voor den geest staan, kan ik ze niet verdrijven, dan door er over te spreken."
Men deed zooals Miss Harriët begeerde, en deze ving aan, terwijl zij nog even een blik sloeg naar buiten, en daarna op den groep rondom haar:
»Ja! alles was toen als nu in de natuur; vrede en vreugde, ontkiemen, uitbotten, en uitlokken tot loven en danken den Heere, die alles nieuw maakt; en hier in dit huis was alles