Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak eerste deel (1886).pdf/163

Deze pagina is proefgelezen

Het was Fabian, die met zoo goede getuigenis werd ingeleid.

»Master Fabian heeft zijn tijd noodig, en had enkel maar een avonduur te zijner beschikking," vervolgde Norrits. »Mevrouwe en deze dames mogen mij dus verschoonen, zoo ik met deze voorstelling ietwat ongelegen kom…"

»In geen en deele, Sir John! en te minder, sinds hier juist eenige mijner vriendinnen samen zijn, die voor zich of hare kinderen de lessen van zulken meester mede begeerd hebben."

Daarop maakte zij hem bekend met de werischen en de aanwezigheid van kapitein Hemon Tiry.

»Ik ken den naam niet, doch ga met uw oorlof vernemen, wat hij brengt. Master Fabian spreekt Fransch, het zal u dus licht vallen, uwe onderhandeling met hem zonder mijne hulp aan te knoopen," antwoordde Norrits, en verwijderde zich.

Zijne verschijning had onder de dames nog iets anders teweeggebracht, dan het gewone voorbijgaand zwijgen, dat het binnentreden van een ongewachten gast doorgaans veroorzaakt, vooral zoo het een heer is onder dames.

Men kent den geest van het gezelschap nu wel al genoeg, om te begrijpen, dat de overste Norrits, en als Engelsche Generaal en als geheim tegenstrever van Leycester , hier verschillende gewaarwordingen moest opwekken. De jonge douairière van Hemert was eerst als onder eene rilling samengekrompen, toen zij een der rechters van haar gemaal wederzag, en toch hernam zij hare zonderlinge vastheid en veerkracht, zeker gedenkende aan zijne verhouding tegenover haar vijand. De afwezendheid van den Generaal duurde een geruimen tijd, maar niemand der vrouwen had het opgemerkt; want Fabian had zich die kostbare oogenblikken ten nutte gemaakt en er zóó goed partij van getrokken, dat iedere der dames, zelfs die geene lessen verlangden, behagen vond in den leermeester. De Barones van Hemert, in eigene gedachten verdiept, had eerst niet op hem gelet, maar hij wist ook haar