Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak eerste deel (1886).pdf/22

Deze pagina is proefgelezen

uit nooddwang deel in den wapenstilstand. De Engelschman in den hoek, die alleen à corps défendant scheen gestreden te hebben, zag zich niet zoo haast van den bedreigden aanval der scholieren ontzet, of hij staakte de vijandelijkheden; hij liet de armen slap nederhangen, als iemand, die van uitputting en vermoeienis neerzinkt, en nam zijne rust, doch zonder zich nog bloot te geven, door zijne verschansing te verlaten.

»En nu, om wat oorzaak twist gij, en wie heeft hier schuld?" vroeg Prouninck, zich met kalme en gebiedende houding in het midden stellende van al die toornige en verhitte menschen.

»De Engelschen hebben al de schuld!" riepen de scholieren. Daar de vraag in ’t Hollandsch was gedaan, antwoordden dezen niet, doch de schutters riepen het uit voor hen:

»Neen! neen! al de schuld ligt bij de scholieren!"

»Als gij allen tegelijk schreeuwt, valt mij het schiften van gelijk of ongelijk te zwaar; laat één van u zeggen, bij wat occasie de twist ontsprank," sprak Prouninck nu, en herhaalde dat woord in ’t Engelsch.

Daar zwegen plotselings allen.

Geen hunner wist, waarom zij gevochten hadden! De scholieren hadden een paar hunner makkers handgemeen gevonden met de Engelschen; \’t was van eerlijke kameraadschap, hen bij te staan, en de schutters hadden de Engelschen ondersteund tegen de scholieren. Meer wisten zij er niet van te zeggen. Verkeerd begrepen nationaliteit, en sympathie of antipathie, op ongepaste oogenblikken geuit, was wellicht de eenige oorzaak van dezen twist als van menigen anderen, die van ergere gevolgen was, te dien tijde; hoe het zij, Prouninck, die niet van de lankmoedigsten was, begon zijn ongeduld te toonen door het flikkeren van zijn oog en het fronsen zijner zware wenkbrauwen, en eischte antwoord.

Met den besten wil van de wereld kon niemand van de omrin-