Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak eerste deel (1886).pdf/36

Deze pagina is proefgelezen

ken en elkeen te gerieven. Maar waarheid gezeid, de Fransche leliekens zijn meestal de leuze. Eilieven! beproeft eens, oft de rozen niet beter rieken. Waar de Koninginne van Engeland zoo menigen vromen held tot u herwaarts overzendt als ze doet, zoudt gij dier tale niet willen leeren? Wat ongemak daardoor geleden wordt, vernemen zij best die ’t dagelijks gebeurt. Gedenkt uw handel, zijt ge niet meest allen in ’t koopslaan verlegen? Ontkent het niet, zeggende, dat gaat onzen handel niet aan. want ze komen allen, als zelf een Graaf, zeer kostelijk gekleed, en ook tiendubbel voorzien! Ei, wacht toch, wie spreekt er van scheiden bij ’t ontbijt? Zijde en fluweel, zelfs laken en leer, zijn van geen ijzer noch staal: gaat kloek ter school, ge zult van den rozelaar plukken. Elk koopt gaarne, daar hij zelf kan spreken en verstaan. Al ’t geen gij doet, moet dat niet door een derde geschieden? Waar zijn ze altijd? Zijt gij te oud, uwe kinderen dan. Heb ik u nu, mijne goede vrienden! niet onbehoorlijk vermaand noch u te heftiglijk aangeport tot deze zake, wilt dan nu ook bekwamelijk volgen. ’t Staat aan u; den vrijen wil zal ik u laten; alleen den goed-, niet den kwaadwilligen hiertoe opwekken. Gunt het u God, en hiermede Hem bevolen."

Tot dusver Prouninck; en wij kunnen hem niet geheelongelijk geven, zoomin als zijne toehoorders het deden, die zelfs, waar ze geene sympathie gevoelden voor de vreemdelingen, toch de noodzakelijkheid begrepen, om te verstaan wat ze te zeggen hadden; maar zij kon gevaarlijk worden, die zucht om zich van de taal der vreemden te bedienen, zoo zij algemeen werd, zoo zij tot vaste gewoonte rijpte; en zoo de verhouding tusschen de beide natiën dezelfde bleef, kon die inéénvlechting der taal eindelijk vermenging van de beide volkeren daarstellen; hoewel het ook mogelijk is, dat zij, als twee negatieve polen, altijd vreemd aan elkaar waren gebleven, zooals met de Spanjaarden het geval was geweest. De Spaansche kleederdracht mocht on-