met depêches uit het leger te Aken kwam (waar zich de prinses Borgheze eenigen tijd ophield), en de vereenigingen in Paulines salon bijwoonde. Hem ziende, begreep Anaïs voor het eerst de liefde. Iets dweepachtig zwaarmoedigs in zijn voorkomen; de noordelijke ernst van zijn karakter; het streng krijgshaftige in zijne manieren,.gaf hem dat mannelijke, dat zij bij hare overige aanbidders tevergeefs zocht. Ook hij was betooverd door de Fransche jonkvrouw. In altoos durenden angst hem te zullen vediezen, had zij een sluier weten te werpen over alles, wat hem van haar had kunnen verwijderen, en het was haar gelukt, eensdeels, omdat hij voortleefde in het naïeve vertrouwen van een jongeling, die voor het eerst bemint; anderdeels, omdat niemand zich de moeite gaf, den vreemdeling in te lichten. Anaïs was voor Oscar alles, en ook zij leefde zoo geheel voor hem, dat deze, schoon zij hem voorlang de rechten had toegestaan, die alleen de echt heiligen kan, haar ongetwijfeld zijne hand zou hebben aangeboden, zoo niet de trots zijner hooghartige familie hem daarvan had teruggehouden. Toen hij echter de zekerheid verkreeg, dat zijne geliefde, moeder zoude worden, beloofde hij haar, niet met duur bezworene eeden, maar met een oprecht ernstig woord, zich zoo spoedig mogelijk van dat alles los te maken, wat hem hinderen konde, haar zijne hand en zijn naam te schenken, gelijk zij reeds zijn hart bezat. Toen echter gaf hem Anaïs, door eene grootmoedige, doch te spade kieschheid gedreven, ophelderingen over haar vorig leven, die hij beantwoordde, door onverwijld terug te keeren naar het leger. De jongeling was gekrenkt in zijn diepst gevoel. Zelfs de man vergat nooit het bittere van dat oogenblik. Men stelle zich den toestand van Anaïs voor! Menige andere zou bezweken zijn, of in machtelooze wanhoop zijn weggezonken; dan zij had voor het oog der wereld nog eene eer te redden, die zij in hare eigene oogen niet meer bezat, Hare zielskracht wies aan met hare zorgen. Zij kende eene verre bloed verwante harer moeder,
Pagina:Bosboom-Toussaint - Negen Novellen, 1883.djvu/132
Deze pagina is proefgelezen