onzeker in welke harer staten hij zijn ideaal zoude gaan zoeken; want de waarheid is, dat hij na kennis gemaakt te hebben met de liefde in vele boudoirs van Parijs, waar deze vertaald wordt door coquetterie — en in menige tent van het Oosten, waar ze zinnelijkheid heet — nog niet ontmoedigd was, de vrouw te vinden, die er niet aan denken zoude, dat hij graaf De St. Elme was met twintig duizend livres inkomen, noch de lion pur sang met wiens overwinning de ijdelheid pronken kon in een salon, noch de frissche jongeling met de donkerblauwe oogen en het Grieksche profiel, maar die een hart had om zijn hart te begrijpen, en die hem verstaan konde als hij sprak, zonder daarbij te rekenen of te gapen. Bij zulke eischen vergeeft men het hem dat hij nog niet het oord voor zijn verder verblijf had bepaald, toen hij in het quarantaine-huis gelegenheid kreeg om daarover na te denken. Onze Malteesche tweelingen waren er reeds eenigen tijd geweest toen hij er aankwam. Het was hem te vergeven dat hij in spijt van zijne droomerijen, of wellicht juist door deze, na een paar ontmoetingen van de schoone zusters en een paar gesprekken met haar tot de bittere zelfbekentenis moest komen dat hij verliefd was: niet verliefd op Magallon, niet op Peppa, maar op beiden, zonder te weten wie van beiden hij kiezen zou of verwerpen, zoo hem de keuze was toegestaan, en het was waarlijk zijne schuld niet. Als hij ze te zamen zag, als hij vier voetjes even klein, in dezelfde stof geschoeid met denzelfden zacht slependen tred wandelend zag voortschuiven, als hij vier armen zag van denzelfden vorm en dezelfde ronding, zich bewegen met gelijke levendigheid van gebaren bij alles wat haar trof; als hij vier kleine handjes hetzelfde spel zag drijven met gelijke waaiers. Als de gloed van twee paar zwarte oogen de zijne troffen, en zich tegelijk van hem wendden met dezelfde naieve zedigheid; als twee allerliefste gezichtjes met denzelfden blos overstroomd werden op hetzelfde oogenblik; als twee zoete stemmen bij zijne
Pagina:Bosboom-Toussaint - Negen Novellen, 1883.djvu/87
Deze pagina is proefgelezen