niet dan met weêrzin erkennen wilden; daarom ook uitgaande van het denk beeld: Eendracht maakt macht, vergaten zij allen hunne bijzondere veeten en sloten zich aanéén, om den vreemdeling het hoofd te bieden”; Een hecht carré, dat met scherpe oogen en gevelde bajonetten pal stond, dat van wijken wist noch van overgave, en dat voorgenomen had, zich liever op de plek zelve te laten nedervellen, dan ook slechts ééne handbreed grondgebied te verliezen. Een booze wederstand, die, zonder de cavalerie tot aanvallen uit te lokken, haar een glimlach van medelijden op de lippen bracht.
»Waarom niet gesamenlijk naar één groot doel gestreefd, de volmaking der wetenschap!” dacht hij wel eens; »maar dat begrijpen die wezens niet, en dat zullen zij nooit begrijpen, zoolang de wetenschap voor hen niets meer is dan »di tüchtige Kuh,” en zoolang dat nog onder mijne Utopia’s behoort, moet ik voortleven in die werkelijkheid, die niet te veranderen is, en alleen trachten iederen rimpel van het voorhoofd af te weren en iedere wroeging van het geweten.”
In dezen stand van zaken schreef hem Espaleto uit Parijs over de ophanden zijnde komst van Sir Eduard Jefferies, die, door het overlijden van eenen ouderen neef, nog rijker, nog aanzienlijker , en zoo mogelijk nog ongelukkiger geworden was, en in wien hij evenwel veel belang stelde; want Espaleto had eenen blik geslagen in diens gezonken geest; hij had gezien, hoe eene edele natuur hier verwoest werd; hoe goed de jonge man had kunnen worden, die, na alles wat de fortuin en de omstandigheden en de wereld gedaan hadden, om hem te bederven, nog niet dieper verloren was, dan hij hem zag; want hij was vertrouwd geworden met de geschiedenis van zijn inwendig leven, met de oorzaken van dat vermetele ongeloof van het verstand, bij die ernstige behoefte aan het geloof van het hart: want hij wanhoopte niet aan eene zedelijke herstelling van deze verkleumde ziel; maar de herstelling des lichaams moest haar voorafgaan en voorbereiden. Er moest een arts gevonden worden, die genoeg kunde had, en.omzichtigheid en geweten, en menschenliefde, om de eene door de andere te bevorderen; die, als het noodig was, tot eene buitengewone genezing, met schranderheid, een buitengewoon middel zoude weten aan te wenden, en hij begreep