Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/397

Deze pagina is niet proefgelezen

INSTEMMING MET DE ACTIE VAN DE COCK 339

De Cock mede, dat zijn vriend Van Hogendorp hem heeft verhaald hoe het thans, dat is einde Februari ’34, met zijn zaak gelegen is. Nog schrijft Capadose vernomen te hebben dat zijn dierbare vriend en broeder ds Scholte van Genderen en eenige andere jonge leeraren, die God aangordt tot den krijg, in moeilijkheid komen.

Hoe moet het De Cock niet tot bemoediging zijn uit alle provinciën van het dierbaar Vaderland sympathie-betuigingen te ontvangen, brieven van instemming, met de verzekering dat er voor hem in de vergaderingen van Gods volk gebeden wordt. Zoo schrijft dan ook Capadose, „ook in die ik ten mijnen huize alhier heb, nagenoeg vijftig personen meestal uit die kleinen bestaande, die de Heere als een steunsel voor den lande bewaart en tot wien Hij de hand uitstrekt, wordt voor u gebeden en ik gevoel er mij bij het nederleggen en bij het opstaan gedurig mede bezig.”

Hij eindigt met mede te deelen, dat hij voor een paar weken met de zijnen naar Amsterdam moet en reikhalzend naar een brief van De Cock verlangt, te adresseeren „bij zijnen schoonvader.”

Een landbouwer uit de provincie Drente schrijft den 1 Maart ’34, dat ze op het gezelschap in ’t laatst van December met De Cock gevoelden en daartoe te zamen zongen het derde en vierde vers van Ps. 118, „want lieve zielevrienden, — deze landbouwer schrijft aan De Cock en diens vrouw — gelooft het vrij, de Heere verwekt bidders voor u, dat mochten wij gisteren ook nog doen in onze oefening.” Een broeder oefenaar van Hoogeveen, die Woensdag te Assen en Donderdag en Vrijdag te Smilde geoefend had, werd met groot verlangen verwacht om te weten hoe het met De Cock ging en met de zaken in Assen. Hij had de vorige week een brief gelezen door De Cock geschreven aan een vriend en daar de mededeeling uit vernomen dat de broeders en zusters in Noord-Brabant tweemaal in de week biduur hielden. Verder zegt hij, dat de predikant in de Hervormde Kerk te Smilde vooral des Zondagsavonds omtrent voor ledige banken staat te „schreeuwen”, terwijl zij in de oefening somtijds drie à vier honderd menschen mogen hebben. Verder geeft hij zeer handig zijn oordeel over eenige pas verschenen boekjes. De Cock’s antwoord op de vriendelijke vraag, nummer een, vindt hij een gepast antwoord; hij verlangt naar antwoord nummer twee. Het Openlijk protest van Van der Werp en L. Dijkstra heeft zoozeer aller goedkeuring, dat ze voor een paar dagen bij den boekverkooper in Assen allen waren uitverkocht, en ook in Groningen. Zijn vriend uit Hoogeveen had er maar twee meer kunnen krijgen en die wilde hij nu naar dom. C. zenden. Hij acht het geschrevene van Themmen van Wierum eenvoudig maar doeltreffend. Hij is verwonderd over Klok'’s scherp doorzicht. ’t Spijt hem dat De Separatisten verdedigd anoniem is geschreven. Deze brief wordt door iemand persoonlijk gebracht en ook hij vraagt een schrijven terug.