Pagina:Harting, Het eiland Urk (1853).pdf/86

Deze pagina is niet proefgelezen

Íii

gelegd, dan men,bij da beperkte gelegenheid , die hiertoe onder hen bestaat, daar op de school stechts de eerste kundighaden, lezen, schrijven en rekenen worden onderwezen, zoude raeenen te magen verwachten. Gedurende de wintermaanden, wanneer alle werkzaamheden stil staan, houden velen zich met lezen be- zig, en bovendien komen de raanneu door hug bedrijf dikwerf op andere plaatsen,en in aanraking met velerlei soort van men= schen. Anders is het met de vrouwen. Daaronder zijn er zeer velen, die nimmer aan den vasten wal zijn geweest, en die der- halve van de geheele wereld niets anders kennen dan het kleine plekje grouds, waarop zij geboren zijn. Zij gevoelen daarvoor dan ook eene groote gehechtheid, welke zelfs geenszins ver- dwijnt, wanneer zij in de gelegenheid geweest zijn tets meer van de wereld te zien, zoodat het veeleer schijnt „alsof door de ver- gelijking Urk in hare oogen slechts winnen kan. Eene jonge vrouw „die vroeger als dienstmaagd in Amsterdam had gewoond, doch later naar haar eiland was teruggekeerd , merkte aan: „ dat daar, wel is waar, de huizen en vooral de winkels veel fraaijer, maar tach de straten erg vuil ziju."

Aanguande hunne zedelijke ontwikkeling kan ik weinig mede- deelen, den alleen, dat deze zich vooral uit door een sterk op- gewekt gedsdienstig gevoel, waarvan het alleen te betreuren is, dat het heeft ganleiding gegeven tot veel twist en tweedragt on- der de bevolking, dis, vroeger geheel tot de kerk der Hervorm- den behoorende, thans iu twee gemeenten van nagenoeg gelijke sterkte is gesplitst, die elk hunnen eigen predikant hebben.

Ook verdiant nog te worden opgeteekend, dat geen der hui- zen van schellen of kloppers voorzien zijn en evenmin des nachts gesloten worden. Ook zoude op het eiland diefstal eene geheel oagehoorde zaak zijn, ofschoon wij er moeten bijvoegen , dat, naar men zegt, die eerbied voor den eigendom zieh minder uitstrekt tot datgene, wat de zee op hun strand werpt.