Pagina:Ordinaris Dingsdaeghse Courante 1640 no 023.djvu/2

Deze pagina is proefgelezen

ingenomen, de Beyersche hierom gelegen zijn alle vertrocken. In der Slesien heeft den Generael Major Stalhans den Grave van Mansvelt geslagen, ende laet de Schants tot Crossen een pas tegens der Slesien, ende der Merck Brandenburch seer fortificeren, insghelijcken doet hy met de Schants aen de Riviere de Pober, vallende inde Oder.

Wt Bremen den 30 dito.

Men heeft alhier advijs dat sijn Excell. Iohan Banier sich vast teghens’t Legher van den Grave Picolomini tot Salfeld heeft ghecampeert, ende wel twee dagen met Canon op sijn Retrenchementen gespeelt hadde, ende eyndelijck soude naer een bloedich ghevecht het Quartier van den Oversten Breda met 17 Regimenten opgeslagen hebben, ende hoe ’t voorder met den Grave Picolomini is afgeloopen daer van heeftmen geen tijdingh; indien ’t continueert sal ’t tot een groot bloetbadt uytghevallen zijn.

Wt Brugge den 30 dito.

De belegeringh van de Schants S. Donaes door sijn Graef Willem wert noch gecontinueert, maer weynich aparentie om die te ghewinnen, door dien wy de Soete noch tot onse devotie hebben, ende deselve soo betrencheert, al waert datter meerder macht quam, sonderlinge niet sal connen verrichten. Sijn Genade heeft een brugge over de Soute, ende sijn Quartier in goede verseeckeringe dat de onse hem weynich afbreuck connen doen; naer alle aparentie sal sijn Genade de belegeringe moeten quitteren: men heeft van hier noch twee grote stucken om de beleggers merckelijck afbreuck te doen, naer ons quartier ghebracht.
Den Prince van Orangien licht met sijn Legher noch tot Maldegem, Edegem, ende Eckelo, de Vivres begint in sijn Legher dier te werden.
Sijn Hoocheyt den Cardinael is tot Gent, stellende op alles goede ordre. Men schrijft uyt Rijssel dat ’t Fransch Leger van Amiens aen ’t marcheren is, andere melden dat het noch stil lagh, ende de Generaels Persoonen in Amiens noch waren.
Door Gent sijn ghepasseert een Regiment Italianen, eenige Compagnien Engelsche, ende 1500 Ruyteren vande Bende van Ordonnantie.

Wt Franckfort den 31 dito.

De Neurenburgher Post is tot dato noch niet gecomen. Van Venetien wert geschreven dat de Franschen Turino daer in den Prince Tomaso in Persoon is, vast belegert hebben; ende in sonderheyt die van ’t Casteel schieten continuelijcken inde stadt, ende vernielen deselve tot inden gront, indien int corte gheen secours comt, is de stadt verlooren. Den Gouverneur van Milanen armeert seer sterck, ende zijn de novo 2000 Napolitanen in ’t selve Hertochdom gecomen, om hun met de verstroyde te collogeren.
Hierom passeert weynig, 1400 Keysersche vermeenden Kirckheym daerin noch 2 hondert Sweetsche lagen, te overvallen, ende deden met petaerden de poorten springhen, die van binnen wel op hun hoede zijnde, lieten so veel incomen als hun goet dachten, ende daer naer de schot-deur vallen latende, hebben ontrent 50 Keysersche gemast, dit bracht sulcken schrick onder de gene die noch buyten de stadt waren, dat se confuselijcken naer haer quartier retireerden; de Sweedsche hebben hun tzedert van alle quartieren daer ontrent liggende op de been gemaeckt, om de Keysersche welcke noch meer aenslaghen voor hebben, te bejeghenen.Int sluyten comt tijdinghe dat Turino stormenderhant soude ingenomen zijn daermen de sekerheyt af verwacht.
Tot dato heeftmen noch gheen brieven van Erffort ende Leypsich, soo datmen niet recht can adviseren hoe het met beyde de Armeen staet: Men seyt sterck van een groot gevecht, ende dat de Keysersche de nederlage hebben: Oock dat sijn Excellent. Banier de pas over de Sael voorseecker heeft inghecreghen, ende meester geworden van alle Passagie, soo dat nootsaeckelijck Picolomini van honger moet vergaen, ofte slach leveren, de Sweetsche, Fransche, Hessische, ende Wijmersche, maeckende te samen sulcken schoon Leger alsmen noch oyt gesien heeft, zijn t’ eenemael daer toe geresolveert.
De Beyersche om hun met Picolomini te conjungeren, is den pas oock afghesneden.

Wt Antwerpen den 2 Iunij.

De belegheringh van Charlemont werdt van de Fransche ghecontinueert, in de selve Vestinge liggen 2000 goede Soldaten. Den Oversten Beck vergaedert de Spaensche troupen tot Namen, daer by hem vervoegen sal den Hertoch van Lotheringhen met 8000 mannen, om alsoo een Capitael Legher in’t veldt te brenghen.
Een Pertije van Santvliet met twee Chaloupen, hebben een Schip van Berghen op Zoom met Boter ende andere Waren gheladen, ghespolieert; ende met eenige gevangenen tot Santvliet ghebracht.
Men schrijft uyt ’t Leger van sijn Coninclijcke Hoocheyt datmen gheresolveert soude wesen, soo haest alle onse troupen by den anderen zijn, sijn Hoocheyt den Prince van Orangien die noch tot Maldegem in Campagnie licht, aen te tasten.

Wt Brugge den 31 dito.

De Troupen van sijn Genade Graef Willem die ontrent S. Donaes gelegen hadden, zijn den 30 des nachts vertrocken nae Aerdenburgh ende Sluys, hadde daegs voor sijn vertreck sijn meeste Gheschut nae Sluys ghesonden. De brugghe die hy over het water hadde doen maken, was soo breet dat dry wagens neffens malcanderen costen over rijden, ende nae dat sijn Genade met sijne Troupen daer over gemarcheert was, liet de brugghe aen brandt steecken.

Wt Dordrecht den 3 dito.

Sijn Hoocheyt heeft noch meer volcx op ontboden uyt de guarnisoenen, die dagelijcx hier voorby passeren.
Vyt de guarnisoenen van Gelder, Reurmont, ende Vendelo heeft den Cardinael veel volcx gelicht, ende naer Vlaenderen beschreven.

t’ Amſterdam, Ghedruckt by Jooſt Broerſz. woonende inde Pijl-steegh,
inde Druckerye. Den 5 Junij, 1640.