Pagina:Stijl vol 04 nr 10.djvu/6

Deze pagina is proefgelezen


zich met minachting en felle verontwaardiging keert tegen een zgn. vormlooze nieuwe beelding in de schilderkunst, zooasl door „De Stijl“ wordt voorgestaan.
Zoo lezen wij op bldz. 54:
„Es wäre noch, zweitens, eine Richting zu erwähnen, die ,Malerei ohne Gegenstand‘ als ihr Ziel bezeichnet, also farbige Formgebilde auf der Leinwand harmonisch komponieren will, ohne irgendwelche Anlehnung an Naturgegenstände.
Unsere Stellungsnahme zu dieser Richtung kann nicht zweifelhaft sein. Sie vermag sicher, angenehme Werke zu schaffen. Aber: Malerei ist sie nicht. Das Problem der Malerei, die Zusammenfassung des Mannigfaltigen der Körperwelt in der Einheit des Kunstwerks, kennt sie nicht. Alle die Aufgaben, mit denen die lyrische Malerei seit Jahren gerungen, läßt sie beseite. Nur dekorativ wollen ihre Werke sein, die Wand schmücken. Nicht der Kunsttrieb, der Schmucktrieb rief sie hervor. Ornamentik ist es, was diese Maler schaffen.“

III

De ontwikkeling der schilderkunst van illusionisme tot zelfstandige beelding moest zich voltrekken door het problematige kubisme, doch van hieruit begint zich het nieuwe eerste recht (zelfstadig) als vormlooze kleurbeelding te ontwikkelen. Hiervan bespeurt noch Daniel Henry noch Maurice Raynal iets. Zij denken zich de kunst niet in hare ontwikkeling maar in haar traditioneele verschijning, m. a. w., begrensd.
Daardoor staan zij feitelijk vijandig aan de nieuwe uitdrukkingsmogelijkheden van hun tijd.
Zij die aan begrezing van die uitdrukkingsmogelijkheid en daarmee aan een begrenzing van den geest gelooven, zij die m. a. w. binnen vorm denken, zullen meenen, dat het kubisme (dat destijds om zijn extremiteit in Frankrijk schorsing van het parlement veroorzaakte

148

    satz, zu den „Spielkarten“ Manets, Ganguins, Matisses und zur Flächenprojektion Seurats.