Verzameling van Nederlandse staatsregelingen (1798-1815)/1806-W

[ 119 ]


W E T.


Artikel 1.

De Koninklijke Wapens zullen zijn de oude Wapenen van den Staat, gecarteleerd met den Franschen Keizerlijken Adelaar, en gekroond met de Koninklijke Kroon.

Art. 2

De voormalige Vlag van den Staat zal behouden worden.


Art. 3.

De Koning bepaalt het getal der Leden van den Staats-Raad; hetzelve zal echter niet minder zijn dan Negen.


Art. 4.

De Rekenkamer bestaat uit Negen Leden.


Art. 5.

Het Wetgevend Ligchaam zal bestaan uit Negen en dertig Leden, gekozen voor vijf jaren, en benoemd in de volgende evenredigheid.

1 Van het Departement Holland, 17 Leden.

2 ———— ————— Gelderland, 4 ———

3 ———— ————— Braband, 4 ———

4 ———— ————— Vriesland, 9 ———

5 ———— ————— Overijssel,3 ———

6 ———— ————— Groningen,3 ———

7 ———— ————— Zeeland,2 ———

8 ———— ————— Utrecht, 2 ———

9 ———— Landschap Drenthe,1 Lid

Het getal der Leden van de Vergadering van Hun Hoog Mogende zal worden vermeerderd, ingeval van vergrooting van Grond-gebied.


Art. 6.

De Leden der Vergadering van Hun Hoog Mogende genieten, tot schadeloosstelling van Reiskosten en van het verblijf in de Residentie, jaarlijks, eene Somme van drie duizend Guldens.


Art. 7.

De Departementale en Gemeente-Besturen kunnen geene Belastingen opleggen, dan ingevolge de Wet, en na bekomene autorisatie van den Koning, op Rapport van de Departementale Besturen.


Art. 8.

Alle verschillen omtrent Jurisdictie-Questiën, zullen, zoo de Partijen onder hetzelfde Departementaal Geregtshof behooren, aan de beslissing van hetzelve Geregtshof, en anders aan die van het Nationaal Geregtshof, onderworpen zijn.


Art. 9.

De manier van Procederen, zoo voor het Nationaal Geregtshof, als voor de Departementale Geregtshoven en andere Regtbanken, wordt door de Wet bepaald.


Art. 10.

Alles wat betrekking heeft tot de uitoefening der Crimi[ 120 ]nele Justitie in Militaire Zaken, zal door eene bijzondere Wet nader worden bepaald.

Art. 11.

De Wet bepaalt de Judicature in cas van Fraude of Contraventie over de Middelen te Water en te Lande.

Art. 12.

Het Nationaal Geregtshof zal bestaan uit negen Leden.

Art. 13.

Het Nationaal Geregtshof velt geene definitive Vonnissen, ten zij er ten minsten twee derden der Leden tegenwoordig zijn.

Aldus gearresteerd en gepubliceerd den 7 Augustus 1806.