Handwoordenboek der Grieksche taal/Αγαθος

Handwoordenboek der Grieksche taal (1823) door J.T. Bergman
Uitgegeven in Zutphen door H.C.A. Thieme.


  • Αγαθος, η, ον, goed, braaf, deugdelijk in zijne soort. Τα αγαθα, goederen, vermogen; 2) goede hoedandigheden der ziel, deugden. Αγαθοτης, η, en αγαθοσυνη, goedheid, braafheid.
  • Zamengestelde woorden zijn, b v.
    • Αγαθοεργος, (contr. αγαθουργος) ο, η, weldadig (uit αγαθος en εργον). Αγαυουργεω, fut. ησω, ik handel braaf. Αγαυουργια, η, brave handelwijs.
    • Αγαθοποιας, ο, η, weldadig (uit αγαθος en ποιεω).