Algemeen Handelsblad/1839/Nummer 2351/Belgische Post

‘Belgische Post’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit het Algemeen Handelsblad, maandag 20 mei 1839, [p. 1]. Publiek domein.
[ 1 ]

𝕭𝖊𝖑𝖌𝖎𝖘𝖈𝖍𝖊 𝕻𝖔𝖘𝖙.

⁂ BRUSSEL, 17 Mei. De commissie belast met hare beschouwingen uit te brengen met betrekking tot de uitvoering der financieele schikkingen tusschen Holland eu Belgie, bestaat uit 14 leden; het zijn de Heeren: Isidore Fallon, Zoude, de Smet en Jadot, leden van de kamer der vertegenwoordigers, Dujardin, secretaris-generaal van het ministerie vau financien, de Brouckère, oud-directeur der Bank van Belgie, Rapaerd, lid van de rekenkamer, Faider, directeur der registratie en domeinen, van Kerckhoven, directeur van de administratie der schatkist, van Caillie, direkteur der registratie in de provincie van Luxemburg, Previnaire, oud administrateur, Meeus van de Male, oud griffier der rekenkamer, Streus, oud lid der permanente deputatie van Brabant, en Gremdt, advocaat van het ministerie van financien.
Zij zijn benoemd bij arrêté van den minister van financien dd. 15 dezer.
De Heer Dumortier heeft dringende pogingen aangewend om zich in deze kommissie te doen benoemen; zijne Gentsche redevoering heeft belet, dat hij daarin als lid wierd aangenomen.
De centrale sectie, belast met het onderzoek der conceptwet betreffende de buitenlandsche zaken, heeft den Heer Henri de Brouckère tot haren rapporteur benoemd; zij heeft gisteren den Heer minister van oorlog in haar midden geroepen, en de zitting heeft van tien tot één ure geduurd.
De Heer Verhaege stelt zich voor, den Heer Dumortier en de Katholieke partij, ter zitting van heden, met hevigheid aan te vallen.
De conceptwet betreffende den Scheldetol zal maar juist even doorgaan; zelfs schijnt het niet onmogelijk dat de eerste stemming het ministerie doe schipbreuk lijden. De uitzondering der Hollandsche schepen, welke door het ministerie alleen proforma wordt staande gehouden, zal vermoedelijk niet worden aangenomen.

** BRUSSEL, 17 Mei. Gisteren, bij gelegenheid van de discussie over de voorgestelde amendementen op het wets-ontwerp wegens de terugbetaling van het tonnengeld op de Schelde, heeft men den grond der kwestie aangeroerd, hetgeen onderscheidene redenaars aanleiding gaf om terug te komen op het tractaat van 23 Jan. Zoo heeft de Heer Dumortier zich veel meer beijverd om te doen zien, dat het tractaat van 15 Nov. 1831 voor Belgie gunstiger was dan het definitieve traktaat. De beraadslagingen verkregen hierdoor een vinnig aanzien en de kwestie veranderde geheel van aard, weshalve men niet meer kan zeggen of het wetsontwerp zal worden aangenomen zoodanig als liet was voorgedragen, of dat het zal worden gewijzigd in den geest van differentiele regten[.]
De discussie is heden middag hervat geworden en omstreeks 3 ure had zij nog geene vordering van belang gemaakt; intusschen daar de meerderheid het debatteren moede schijnt te zijn, zal zij waarschijnlijk de stemming vorderen op de eerste kwestie en zal men terstond stemmen over het geheel des ontwerps, want al de amendementen, ofschoon onderling verschillende, hebben eene en dezelfde strekking, namelijk die, om aan de Belgische vlag bescherming toe te kennen.
Z. H. de regerende hertog van Saksen-Coburg met zijnen oudsten zoon wordt heden te Brussel verwacht.
De hertog Alexander van Wurtemberg, schoonzoon van koning Lodewijk Filips, zal insgelijks in den loop dezer week zijne schoonzuster, de Koningin der Belgen, een bezoek komen brengen.
De Katholijke dagbladen zeggen, dat de Heer Raikem, president der kamer van vertegenwoordigers, minister van justitie zal worden.
De gewezen minister van dit departement, de heer Ernst, heeft de betrekking van professor in de regten bij de Katholijke universiteit te Leuven aangenomen.