BINNENLAND.
Het Huis „de Haar”.
Een onzer medewerkers, die gisteren te Breukelen vertoefde, schrijft ons:
„Ik werd met een viertal vrienden in de gelegenheid gesteld nogmaals een bezoek te brengen aan het Huis „de Haar”, het bekende kasteel bij Zuilen door den architect dr. Cuypers geheel herbouwd zooals het oorspronkelijke was, voor baron Van Zuylen te Parijs.
Sedert 24 Februari jl., toen ik de laatste maal gelegenheid had het werk te bezichtigen, is men weder heel wat gevorderd. Enkele zalen zijn zoo goed als voltooid en bewijzen met hoeveel zorg gestreefd wordt het oorspronkelijke nabij te komen. De balken langs de zolderingen zijn kunstig bewerkt, waar dit noodig was; de oud-Hollandsche schouwen zijn aangebracht, de kleine ruitjes in lood gezet. In een paar der zalen, tijdelijk door den zoon des bouwmeesters bewoond, wordt flink gestookt. Een groot deel van de galerij, die om het geheele kasteel loopt, is reeds voltooid en prijkt aan den buitenkant met de wapens van de Haar en Zuylen. Reeds zijn twee der torens gereed, terwijl mede druk gewerkt wordt aan de kapel. Van deze waren slechts de kleine toren en de fundamenten overgebleven. Op deze laatste stond vroeger een onooglijke veestal, thans verdwenen, en op de fundamenten bouwt men thans de kapel weêr op. Daarin zullen dan ook de grafsteenen van de voorvaderen van het geslacht Zuylen geplaatst worden. Thans liggen deze grootendeels verborgen onder een houten betimmering. Voor den wederopbouw van de kapel wordt weder een andere soort steenen gebakken dan voor het kasteel zelf noodig zijn.
Uit den trein naar Rotterdam of Utrecht en van Breukelen uit kan men reeds duidelijk het kasteel zich zien verheffen.
Van hoeveel belang dit werk voor die streek is, blijkt wel hieruit, dat dagelijks ongeveer 183 mannen aan het werk worden gehouden, ongerekend nog degenen, die aan de voor den bouw ingerichte steenbakkerij hun brood verdienen.
En nog zal het wel een paar jaren duren voor kasteel en omgeving geheel zijn wat zij in vroeger eeuwen waren.
De eigenaar, baron Van Zuylen, komt af en toe uit Parijs om den gang van het werk te zien.
Als alles voltooid is zal Noderland eene merkwaardigheid bezitten, die eenig mag genoemd worden.”
|