Algemene Wet Gelijke Behandeling/Hoofdstuk 3

< Algemene Wet Gelijke Behandeling/Hoofdstuk 2 Algemene Wet Gelijke Behandeling/Hoofdstuk 3 Algemene Wet Gelijke Behandeling >


Hoofdstuk 3. Slotbepalingen bewerken

Artikel 22 bewerken

[Vervallen per 01-09-1994]

Artikel 23 bewerken

[Vervallen per 01-09-1994]

Artikel 24 bewerken

[Vervallen per 01-01-2005]

Artikel 25 bewerken

[Vervallen per 01-04-1997]

Artikel 26 bewerken

[Vervallen per 01-01-2005]

Artikel 27 bewerken

[Vervallen per 01-01-2005]

Artikel 28 bewerken

[Vervallen per 01-01-2005]

Artikel 29 bewerken

[Vervallen per 01-01-2005]

Artikel 30 bewerken

[Vervallen per 05-05-1995]

Artikel 31 bewerken

[Vervallen per 01-01-2005]

Artikel 32 bewerken

[Vervallen per 01-01-2005]

Artikel 33 bewerken

Onze Minister van Binnenlandse Zaken zendt in overeenstemming met Onze Ministers van Justitie, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Onderwijs en Wetenschappen en van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur zo spoedig mogelijk na de ontvangst van het in artikel 20, tweede lid, bedoelde rapport, aan de Staten-Generaal een verslag over de werking in de praktijk van deze wet, de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen en artikel 646 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.


Artikel 34 bewerken

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de zesde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. Bij koninklijk besluit kan een eerder tijdstip van inwerkingtreding worden vastgesteld.


Artikel 35 bewerken

Deze wet wordt aangehaald als: Algemene wet gelijke behandeling.