BERICHTEN
Doorwerth. Voor de herstelling van het kasteel de Doorwerth, bij Arnhem, heeft onlangs de minister van Binnenlandsche Zaken als voorwaarde voor het ontvangen van rijks-subsidie gesteld, dat het kasteel dan geheel in den vroegeren toestand moet teruggebracht worden. Wijl echter over dien vroegeren toestand geen zekerheid bestaat en men dus voor een groot deel zal moeten werken op grond van veronderstellingen, achtte het bestuur der Vereeniging „Doorwerth” dit een groot bezwaar. De meerderheid van het bestuur (8 van de 10 leden) had daarom aan de leden voorgesteld, het subsidie wel te aanvaarden, doch onder protest.
In eene te Arnhem onder voorzitterschap van den heer F. A. Hoefer gehouden vergadering van bovengenoemde Vereeniging werd dit voorstel bestreden door den heer Fockema, die de mogelijkheid niet wilde uitsluiten dat de minister alsnog bereid zou zijn wijziging in zijne plannen te brengen. Hij stelde voor, het aangeboden rijks-subsidie eenvoudig te aanvaarden, onder waardeering van de inzichten van het bestuur.
De heer Kalf betoogde, dat het „aanvaarden onder protest” strijdt met goede logica; men moet aanvaarden of verwerpen. Hij stelde voor, eene commissie van drie deskundigen te benoemen om te trachten den minister tot andere gedachten te brengen en de beide plannen te doen onderzoeken.
De heer De Stuers achtte een dergelijke commissie nutteloos, wijl de zaak reeds voldoende door deskundigen is onderzocht. De heer Fockema betoogde, dat de minister dan toch zou eindigen met opnieuw het oordeel te vragen van zijne adviseurs, de heeren Cuypers en De Stuers, en dan was men weer even ver als thans.
Ten slotte werd het voorstel-Kalf (benoeming van drie deskundigen) aangenomen met 15 tegen 5 stemmen (en 2 onthoudingen). Tot leden dier commissie werden benoemd de heeren Frederiks en Peters, architecten, (of, wanneer een van beiden bedankt, de heer Weve) en voorts de heer Kalf als archæoloog.
Nadat de heer Fockema zijn motie had ingetrokken, werd de vergadering gesloten.
Dit bericht ontleenen wij aan het N. v. d. D.
De adviseurs van den minister, de heeren dr. P. J. H. Cuypers en Victor de Stuers wenschen de niet-middeneeuwsche gang- en portovemuren op de binnenplaats van het kasteel te amoveeren, omdat deze deelen van het bouwwerk geen voldoende kunstwaarde bezitten. De architect van de vereeniging Doorwerth, de heer Jos. Cuipers B. N. A. wenscht daarentegen te behouden wat in den loop der tijden door de verschillende bezitters van het kasteel is bijgebouwd.
Zooals men ziet is het een uiterst belangrijk vraagstuk dat ter oplossing aan de bovengenoemde commissie is gegeven. In een volgend nummer zal over dit onderwerp nader door onzen correspondent worden bericht.
Prijsvraag Rochdale. De inzenders op deze prijsvraag, welke een beloning van f 200 ontvingen, zijn de heeren, W. Noorlander te Amsterdam, motto Risposta; Z. Gulden en M. Geldmaker, te Amsterdam, motto Hano; A. H. Zinsmeister te ’s Gravenhage, motto C. B. R. 1910.
|