Congres inzake Neerland’s volkskracht.
Gemeld word:
Dit congres, hetwelk, gelijk bekend, de Haagsche afdeeling van het Algemeen Nederlandsch Verbond zal houden, zal plaats vinden op Vrijdag 26 en Zaterdag 27 September in de Ridderzaal.
Het bestuur ondervindt bij de uitwerking van de plannen veel sympathie. De burgemeester van Den Haag heeft het eerevoorzitterschap van het congres aanvaard, en de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen eheft zich bereid verklaard, te spreken bij de opening van het congres, welke opening met eenige plechtigheid, o.a. met koorzang, zal geschieden.
Het bestuur is er in geslaagd, voor acht onderwerpen, welke onze volkskracht betreffen, sprekers van naam te vinden; Nederland als Koloniale mogendheid, G. J. Maal, oud-gouverneur van Suriname; Nederland’s plaats onder de zeevarende mogendheden. J. W. J. baron van Haersolte, directeur van het Scheepvaartkundig Museum te Rotterdam; wat Nederland beteekent voor de toonkunst, drs. Hugo Nothenius; Nederland op het gebied der wetenschap, mr. G. Scholten; de beteekenis der Nederlandsche bouwkunst, Jan Wils; weerbaar of weerloos? C. K. Elout, redacteur van het Handelsblad; de taak van Nederland op internationaal gebied, H. Ch. G. J. van der Mandare; de Nederlandsche of Dietsche Stam, dr. N. B. Terhaeff.
Het congres zal worden besloten met een kunstavond in het Kurhaus, waartoe reeds de heeren Albert Vogel en Thom Denys hun medewerking hebben toegezegd.
Het bestuur zal maatregelen treffen, teneinde een talrijk bezoek uit verschillende maatschappelijke kringen mogelijk te maken; ook zal van de redevoeringen een gedrukt verslag worden verspreid. Binnenkort zal een congresgids verschijnen, rijk verlucht met portretten van mannen, die den Nederlandschen naam in het buitenland hebben hooggehouden, en met aanhalingen uit buitenlandsche bladen en tijdschriften over de beteekenis van ons volk onder de natiën. De congresleiding bestata uit de heeren majoor K. E. Oudendijk, vorzitter; dr. H. A. van Weel, ondervoorzitter; J. J. Palm, secretaris; Nic. van Delden, penningmester.
|