Anoniem/De opening der Olympische Spelen

De opening der Olympische Spelen
Auteur(s) Anoniem
Datum Vrijdag 18 mei 1928
Titel De opening der Olympische Spelen
Krant Het Centrum
Jg, nr 45, 13342
Editie, pg [Dag], Eerste blad, [1-2]
Brontaal Nederlands
Bron kranten.kb.nl
Auteursrecht Publiek domein

[1]


DE OPENING DER OLYMPISCHE SPELEN


Prins Hendrik onthult het van Tuyll-monument.


De eerste Hockey-wedstrijden.


De Loting voor het Voetbaltournooi.


Een Katholiek Inlichtingen-Bureau.


      Onder vrij gunstige weersomstandigheden heeft gistermiddag in het Olympisch Stadion de opening der Olympische Spelen 1923 plaats gehad. Reeds vroeg in den morgen was het in de stad een buitengewone drukte, die zich tegen het middaguur verplaatste naar de „Olympische Stad” aan den Amstelveenschen weg. Van de beide Stadions wapperden ontelbare vlaggen, en ook het oranje-kleurige getimmerte op het onmetelijke Van Tuyllplein torste tal van Nederlandsche vlaggen, waardoor het grootsche geheel een fleurigen aanblik kreeg. En met recht toen later op den middag de zon haar medewerking kwam verleenen.
      De aanvang van het Olympisch gebeuren had een groote menschenmenigte op de been gebracht. De groote massa bestond echter voor het grootste deel uit nieuwsgierigen, die zich voor het Olympisch Stadion opstelden om de komende dingen af te wachten.



JAN WILS, de architect van het stadion.


ONTHULLING VAN TUYLL-MONUMENT.


      Tegen twee uur arriveerde Prins Hendrik met zijn gevolg; dan volgden de Olympische leiders, autoriteiten, genoodigden en journalisten, die zich allen schaarden om het door doeken aan het oog onttrokken monument voor baron van Tuyll van Serooskerken. Onder de aanwezigen werden hier opgemerkt Z. K. H. Prins Hendrik, minister Lambooy, jhr. Roëll, Commossaris der Koningin in Noord-Holland; burgemeester W. de Vlugt, eenige wethouders van Amsterdam; Generaal Snijders; de leden van het Comité 1928 en van diverse subcomité’s der Olympische Spelen, en voorts tal van burgerlijke en militaire autoriteiten.


Toespraak baron Schimmelpenninck van der Oye.


      Het woord werd gevoerd door dr. A. Baron Schimmelpenninck van der Oye, voorzitter van het Comité 1928.
      Spr. zeide dat het paste voor den aanvang der Olympische Spelen hulde te brengen aan de nagedachtenis van baron W. F. van Tuyll van Serooskerken, de man die de Olympische gedachte in Nederland heeft gepropageerd, en aan wiens bemoeiïngen het grootendeels te danken is, dat de IXe Olympiade in Nederland kon worden gehouden. Daarvoor moet dankbaarheid worden betoond en men heeft gemeend dit niet beter te kunnen doen dan door dit sobere monument voor hem op te richten. Nadat Prins Hendrik daarop het. monument had onthuld, legde de voorzitter van het Comité 1928 een lauwerkrans aan den voet van het monument.
      Hiermee was de korte plechtigheid ten einde.


DE OPENING.


      Toen tegen drie uur de verschillende rangen van het Olympisch Stadion met een aantal toeschouwers waren bezet, speelde het muziekkorps het „Wilhelmus”, dat staande werd aangehoord.
      Dit was het teeken dat de Olympische Spelen een aanvang hadden genomen.



Een opname vanuit een vliegtuig van de geweldige sportarena te Amsterdam.
1. Stadion; 2. de eere-tribune; 3. de Marathon-tribune; 4. Staanplaatsen; 5.
Marathon-toren; 6. Bobesring; 7. Kampplaats voor zwaar athletiek, 8. Tennis-
banen; 9. Cricket-terrein; 10. Van Tuyll-plein; 11. exercitie-veld.



Een hoekje van het Stadion in Amsterdam, waar de Olympische spelen worden
gehouden.


DE HOCKEY-WEDSTRIJDEN.


Nederland–Frankrijk 5–0.


      Even na drie uur komen de Fransche en Hollandsche ploegen het veld op. Zij zijn de eersten, die het Olympische Stadion betreden en worden door het vier a vijfduizend man sterke publiek met enthousiast gejuich ontvangen. De enkele fotografen doen hun werk en dan stellen de teams zich op. De eerste wedstrijd der IXe Olympiade is begonnen!
      De Hollandsche ploeg is natuurlijk sterk favoriet en al dra blijkt, dat het vertrouwen, in haar gesteld, niet misplaatst is. Onmiddellijk zijn onze landgenooten in de meerderheid. De middenlinie beheerscht het spel en zet de oranje-voorhoede voortdurend aan het werk, doch zij stuit aanvankelijk op de solide achterhoede van Frankrijk. De tegenaanvallen op ons doel zijn door het goede werk der Fransche vleugelspelers niet zonder gevaar, maar de Waal c.s. weten zich goed op te stellen en verijdelen iedere poging der gasten om tot den slagcirkel door te dringen. Het Hollandsche offensief kan echter niet zonder resultaat blijven. Als er ruim een kwartier is gespeeld, besluit de middenvoor v. d. Roovaart een goeden aanval met een hard schot. dat den Franschen doelman te machtig is. 1–0.
      Kort daarop valt Holland een strafcorner ten deel. waaruit Tresling, die uit de verdediging is gehaald, den stand op 2–0 brengt.
      De oranjehemden krijgen nu den smaak te pakken. Onstuimig vallen zij aan, vooral langs den rechtervleugel, die uitmuntend op dreef is. Het is dan ook van dezen kant dat nog vóór de rust het derde doelpunt aan de score wordt toegevoegd. Jannink was de maker van deze goal. Holland leidt dus met 3–0.
      Na de rust kunnen de zaken wat kalmer worden aangepakt. doch de spelers deelen deze gedachte niet en trekken weer onmiddellijk ten aanval. Het resultaat laat zich niet wachten. want na enkele minuten reeds staat onze voorhoede voor het Fransche doel en weer is het Jannink, die den bal hard tusschen de palen doorjaagt.
      Hiermede is het pleit vrijwel beslecht. De spanning wordt minder. Onze ploeg speelt kalm verder en bepaalt zich geruimen tijd tot het beheerschen van het spel. Het logisch gevolg is, dat de Franschen nu meer in den aanval komen. Hun binnentrio is echter niet opgewassen tegen het resoluut spel onzer verdediging, die geen enkele kans tot schieten geeft.
      Tegen het einde komt Holland meer opzetten, en na eenige mislukte pogingen, slaagt v. d. Veen er in den eindstand op 5–0 te brengen.
      De Hollandsche ploeg speelde een keurige partij, zonder evenwel haar besten vorm te benaderen. Het Fransche elftal was een klasse minder. doch bevatte enkele goede krachten in de verdediging.


Denemarken–Zwitserland 2–1.


      Te half vier werd in het oude Stadion de eerste wedstrijd voor afdeeling A. gespeeld tusschen Denemarken en Zwitserland. Daar de Hollandsche hockey-enthousiasten in het Olympisch Stadion waren verzameld om hun favorieten tegen de Fransche ploeg aan te vuren, was de belangstelling zeer gering. De tribunes vertoonden slechts hier en daar enkele groepjes toeschouwers, in hoofdzaak bestaande uit supporters der strijdende landen.
      In het begin waren de Zwitsers in den aanval, doch hun overwicht was niet van langen duur en al spoedig kreeg Denemarken een drietal strafcorners te nemen, die echter door treuzelen zonder resultaat bleven.
      Dan was het weer de beurt der Helveten, die wel gevaarlijke aanvallen ondernamen, maar deze slecht afwerkten. De Deensche achterhoede bleek in deze periode echter weinig betrouwbaar. De aanvallen wisselden elkaar nu snel af, waarbij aan beide kanten zich kansen voordeden, die door slecht schieten verloren gingen. De Zwitsers werden langzamerhand teruggedrongen en na een kwartier boekte Denemarken ’t eerste succes, toen de linksbuiten den bal hoog voor het doel plaatste, de doelman der Zwitsers miste en re rechts buiten in het verlaten doel kon scoren. De Denen behielden tot de rust het beste van het spel, doch het geluk stond de Zwitsersche verdediging trouw ter zijde, zoodat de stand bij rust nog 1–0 was.
      Na de hervatting bleek, dat de Zwitsers zich nog niet gewonnen wilden geven. Zij traden nu overrompelend op en kregen kort na elkaar eenige prachtkansen om den stand gelijk te maken. De zenuwen speelden den heeren echter parten en de schoten leken dan ook naar niets. Denemarken wist zich los te werken en kreeg na talrijke aanvallen, die op het kantje af mislukten, een strafbully te nemen voor wegtrappen door een der verdedigers. De Deensche spil wist uit deze strafbully den stand op 2–0 te brengen. Hoewel Denemarken meer in den aanval bleef, kregen ook hun tegenstanders weer een goede kans. Het schieten bleef echter hopeloos. Eindelijk zagen zij hun zwoegen toch beloond door een doelpunt van Lou bert, den rechtsbuiten, die een schot inzond, waarbij back en doelman der Denen finaal missloegen. De spanning nam hierdoor niet weinig toe. De Zwitsers werkten hard voor den gelijkmaker, doch door onvoldoende schotvaardigheid eenerzijds en krachtig verdedigen anderzijds bleef de stand ongewijzigd.


Britsch-Indië–Oostenrijk 6–0.


      De Britsch-Indische phenomenen hebben hun schitterende reputatie eer aangedaan door den eersten wedstrijd tegen Oostenrijk met 6–0 te winnen. Voor de Oostenrijkers is dit resultaat niet slecht. Zij waren zich terdege bewust, dat een overwinning onmogelijk te behalen was en daarom hadden zij hun spel er geheel op gebaseerd zoo eervol mogelijk te sneven. Zij speelden met een versterkte verdediging, bestaande uit acht spelers, zoodat er geen voorhoede was. Van aanvallen was dus geen sprake. hetgeen wel hieruit blijkt, dat de doelman van Britsch-Indië in totaal één bal te verwerken heeft gekregen. Had de verdediging der Indiërs dus een gemakkelijke taak, niet alzoo hun voorhoede, die een gesloten cordon van verdedigers had te doorbreken. alvorens tot den slagcirkel te kunnen doordringen. De „goochelaar” Dhyand Chand, de zwarte middenvoor van Britsch-Indië, wist zich evenwel vóór de rust reeds driemaal door de verdediging te slingeren en ook driemaal te doelpunten. Bovendien werden nog tal van gevaarlijke schoten op fortuinlijke wijze door den Oostenrijkschen doelman gestopt. Na de rust werden nog drie doelpunten aan de score toegevoegd, zoodat Britsch-Indië met 6–0 zegevierde.


Duitschland–Spanje 5–1.


      De tweede wedstrijd voor afdeeling B werd des avonds onder vrij groote belangstelling gespeeld tusschen Duitschland en Spanje. Het was een snelle, aantrekkelijke partij, die, ondanks de sprekende meerderheid der Duitschers, tot het einde bleef boeien. De Spanjaarden vochten tegen een meerderheid die zij onmogelijk konden overwinnen, doch zij deden dit zoo temperamentvol, dat Duitschland zich geheel moest geven om het overwicht in een overwinning om te zetten. Al vrij spoedig na het be-


[2]


gin gaf Hobein, de rechtsbuiten, zijn land de leiding en het duurde niet lang of Bache bracht den voorsprong van Duitschland op 2–0. Tien minuten later gaf Müller een fraai staaltje solospel te zien, dat besloten werd met een enhoudbaar schot. 3–0. De overwinning der Duitschers stond hiermede al vast, doch desondanks bleven zij hevig aanvallen. Het resultaat was. dat zij dank zij een goal van Hobein, de rust inging met een 4–0 voorsprong van Duitschland. In de tweede helft werd. ondanks den 4–0 stand, vurig gestreden. De Spanjaarden zwoegden voor een tegenpunt, dat zij ook inderdaad vrij spoedig wisten te scoren. Het werd echter onmiddellijk gevolgd door de vijfde goal der Duitschers, welke ontstond uit een strafhoekslag op het Spaansche doel.
      Ondanks de verwoede pogingen der Spanjaarden bleef de stand 5–1.


Programma 18 Mei.


      Het hockey-program voor heden is als volgt:
      16.30 uur: Britsch-Indië–België.
      19 uur (in plaats van 19.30 uur). Denemarken–Oostenrijk.
      Beide wedstrijden worden gespeeld in het oude Stadion.