NED. GRAFISCHE KUNST TE BOEDAPEST.
Men schrijft uit Boedapest:
Naar thans al wel kan worden geconstateerd, is de tentoonstelling van Nederlandsche grafische kunst een groot succes en een mooie propaganda voor Nederland. ’s Avonds na de openingsplechtigheid is in de lokaliteiten van de kunstenaarsclub een souper gehouden, waarbij graaf Zichy presideerde. De Nederlandsche kunstenaars werden door den president van den bond van Hongaarsche grafische kunstenaars, István Zádor, en baron Gyula Wlassies, secretaris-generaal van het ministerie van Schoone Kunsten uit naam van de regeering begroet. Mgr Knébel hield in het Nederlandsch een redevoering, waarin hij herinnerde aan dat, wat Nederland voor de Hongaarsche kinderen heeft gedaan. Later werd een concert gegeven, waaraan Hongaarse kunstenaars, o.a. de pianiste Annie Fischer, die voor enkele maanden den eersten prijs ontving bij den internationalen Franz Lisztwedstrijd, meewerkten. Zondagmiddag heeft de violist en componist prof. Jenö Hubay, vader van den schilder Andor Hubay, die een aanzienlijk aandeel heeft gehad aan de voorbereiding van de tentoonstelling, een thee in zijn mooie patriciershuis gegeven, waar o.a. de Rijksbestuurder en zijn echtgenoote, aartshertog Joseph en aartshertogin Augusta en de minister van buitenlandsche zaken tegenwoordig waren en waar een Hongaarsche zangeres o.a. liedjes van Johan Wijsman, Van Eyken, Rudolf Mengelberg en in het Nederlandsch ook „Klein Broertje” van Catharine van Rennes ten beste gaf.
Des morgens waren de regeeringsvertegenwoordigers voor de tentoonstelling, de heeren prof. H. J. Wolter, Fokko Mees en Jan Wils, door den Rijksbestuurder in audiëntie ontvangen, bij welke gelegenheid hem een door Jan Wils ontworpen album in perkament en kalfsleder, bevattende een aantal origineele gravures, is aangeboden. Naar wij van den heer Mees vernamen, heeft de Nederlandsche regeering uit de collectie 20 werken aan de Hongaarsche regeering ten geschenke gegeven.
De Pers oordeelt in het algemeen gunstig over de expositie.
|