OLVEH
Auteur(s) Anoniem
Datum Zaterdag 14 november 1931
Titel OLVEH. Eerstesteenlegging.
Krant Het Vaderland
Jg 63
Editie, pg {{{editie}}}, Avondblad A, [p. 1]
Brontaal Nederlands
Bron kranten.kb.nl
Auteursrecht Publiek domein

OLVEH


Eerstesteenlegging


      Op het met vlaggetjes feestelijk omkransd en met fanfaremuziek getooid bouwterrein heeft Anna Elisabeth Maria Snijders, zijnde anderhalf jaar, met een voorschoot aan en voorzien van een zilveren troffel, den eersten steen gelegd voor het nieuwe paleis der bloeiende Olveh.
      Van heinde en ver waren, behalve commissarissen, vrienden en vriendinnen, alle ambtenaren en ambtenaressen samengestroomd om de plechtigheid bij te wonen.
      Te half twaalf besteeg directeur Versteeg het spreekgestoelte en als gunstig teeken brak ook net even het zonnetje door de mistlaag. De heer Versteeg sprak een hartelijk welkom en verklaarde, dat het heden voor Olveh een gewichtige dag is. Bijzonder begroette hij den president-commissaris notaris Herwijnen en commissarissen en hij sprak eenige bijzonder hartelijke woorden tot den mede-directeur den heer Snijders. Vervolgens richtte hij waardeerende woorden tot Jan Wils en de Bataafsche Aannemings Mij. en hij uitte den wensch, dat men op den afgesproken tijd weer hier mocht samenkomen, maar dan onder wat meer gedekte omstandigheden, namelijk in het voltooide gebouw.
      Verder herdacht hij de oprichters der Olveh, jhr. de Bosch Kemper en oud-directeur Smidt en hij verzocht eenige oogenblikken stilte voor hun nagedachtenis.
      Daarop verzocht hij de drie geslachten Snijders: collega, zoon en kleindochter, te willen overgaan tot de plechtigheid, nadat hij eerst de oorkonde had voorgelezen, welke zou worden ingemetseld.
      Directeur Snijders ging toen met zijn kleindochter in de armen naar de metselplaats, Anneke kreeg een schootvel om en met vereende krachten kwam de steen op zijn eereplaats.
      Onmiddellijk liet de heer Versteeg de vlag op den werktoren hijschen en de fanfare jubeltonen aanheffen.
      Directeur Snijders betrad vervolgens het spreekgestoelte om collega Versteeg te danken voor de ensceneering der steenlegging en vooral voor de gedachte, zijn kleindochtertje daarvoor uit te kiezen. Daarna gaf hij het sein tot een metselintermezzo. Het liefst had hij alle Olvehianen aan het metselen gezet, maar hij liet dat na om den tijd en uit overweging van unfaire concurrentie, want, als ze eenmaal begonnen, zouden de Olvehianen misschien vandaag driekwart van het gebouw optrekken.
      De reeds vrijwillige en derhalve geestdriftige wijnen.
metselaars werd geopend door notaris Van Her-
      Hisce feliciter per actis (Deze dingen met goeden uitslag volbracht zijnde) bood de heer Snijders Jr. een album met foto’s van het oude gebouw en de grondslagen van het nieuwe gebouw.
      Jan Wils verscheen ook nog een oogenblik op de tribune, om voor de tot hem gerichte woorden te danken en Olveh gestadigen bloei toe te wenschen.
      Eindelijk noodigde directeur Versteeg de allernieuwste metselaars- en metselaressen-vakvereeniging in Olvehs tijdelijke verblijfplaats (Amaliastraat) om van de vermoeienissen uit te rusten en nog wat na te praten.
      Onder een geestdriftig hoera voor Olveh werd gezamenlijk de opmarsch naar de Amaliastraat ondernomen.

Afkomstig van Wikisource NL, de Vrije Bron. "https://nl.wikisource.org/w/index.php?title=Anoniem/OLVEH&oldid=28747"