In deze vergadering hield de heer JOSEPH TH. CUYPERS een voordracht over »onze aanbestedingen.” Spreker beschreef hoe bij eene aanbesteding het bestek de grondslag van de te sluiten overeenkomst is.
Toch zal een goed bestek bij personen die elkaar niet willen begrijpen tot verkeerde resultaten leiden, en zal omgekeerd bij een slecht bestek, in gemeen overleg het werk tot genoegen van partijen kunnen worden voltooid. Hoofdzaak is elkander vertrouwen.
Vervolgens verklaarde Spreker hoe naar zijn meening een groot bestek moet zijn, en kan niet genoeg afkeuren, dat vaak de aannemer aansprakelijk wordt gesteld voor de vergeten posten.
Het schijnt, dat onze handelsgeest ons brent tot aanbesteden, waarbij de aannemer treedt in de risico van den bouwheer, de minst biedende dat is de man. Dat hierdoor het knoeien in de hand wordt gewerkt, het bouwwerk lijdt, en deze concurrentie groot nadeel doet aan de vakkennis van den werkman, spreekt wel van zelf. Ware onze natie meer industrieel, zij zou beter weten dat goedkoop duurkoop is.
Spreker beschreef de manier, waarop in het Buitenland de bouwovereenkomsten worden gesloten, en behandelde de voor- en nadeelen daaraan verbonden.
Bij herstellingen waarbij de omvang moeilijk te bepalen is, of bij artistieke uitvoeringen is het beter deze in eigen beheer te nemen. Ook is Spreker voor beperkte aanbesteding; vraag hen waarvan men weet dat zij goed zijn, of speciaal voor het maken van het werk zijn ingericht, en over een bekwamen uitvoerder beschikken. Heeft dan de architect zijn begrooting gemaakt en ook de aannemer zijn som vastgesteld, dan kan men samen in overleg treden, en wordt het cijfer bepaald waarvoor het werk is te maken.
Een luid applaus was de dank die de heer CUYPERS aan het slot van zijn voordracht van de ruim 70 toehoorders ontving.
|