Architectura/Jaargang 5/Nummer 14/Reglement tot regeling van het ontslagnemen der werklieden
‘Reglement tot regeling van het ontslagnemen der werklieden’ door Red. A. et A. |
Afkomstig uit Architectura, jrg. 5, nr. 14 (zaterdag 3 april 1897), p. 80. Publiek domein. |
[ 80 ]REGLEMENT TOT REGELING VAN HET ONTSLAGNEMEN DER WERKLIEDEN.
Door de aannemers societeit amsterdam werd in de verschillende Vergaderingen, in den loop van dezen winter gehouden, de vraag besproken welke maatregelen te nemen zouden zijn om de goede orde en den geregelden voortgang op de werken te bevorderen.
Algemeen werd erkend dat het totaal ongemotiveerd ontslagnemen der werklieden, — meestal slechts ten doel hebbend de loonen verre boven de eenmaal vastgestelde minima te doen stijgen, — het meest er toe bijdroeg die orde en geregelden voortgang te verstoren, en dat daarom krachtige en afdoende maatregelen tot beteugeling van dit willekeurig ontslag nemen moesten worden getroffen. Overleg werd daarom gepleegd met de navolgende vereenigingen:
Amstels Bouwkring,
Afd. amsterdam van den Ned. Aannemersbond, R. C. Gildenbond Afd. Timmerlieden en Metselaars, Metselaars-Patroons-Vereeniging Eensgezindheid, Vereeniging van Aannemers van fundeeringwerken, Aannemers-Societeit „amsterdam,” |
Welke Vereenigingen eene overeenkomst troffen, waarbij o. m. werd bepaald:
1o. dat ieder patroon verplicht is aan den werkman, die door hem wordt ontslagen — om welke reden dan ook — een bewijs van ontslag uit te reiken, zonder vermelding van die redenen;
2o. dat geen werklieden in dienst mogen worden genomen, tenzij voorzien van het ontslagbewijs sub. 1o. vermeld;
3. dat werklieden, die ontslag wenschen te nemen, evenzeer een ontslagbewijs wordt uitgereikt, indien dat ontslagnemen niet collectief plaats vindt en niet klaarblijkelijk gegrond is op willekeurige opdrijving der loonen, of verzet tegen bepalingen, in het belang der goede orde in het leven geroepen.
Geschillen omtrent de toepassing dezer bepalingen zullen worden onderworpen aan het oordeel eener commissie, waarvan het bureau gevestigd is warmoesstraat 149/151, van des voormiddags 9—12 ure, tot welke commissie zich die werklieden kunnen wenden, die meenen door de toepassing van vorenstaande bepalingen in hunne belangen te zijn geschaad.
256 patroons hebben zich voor de onderteekening van het reglement tot handhaving dezer bepalingen verbonden.
Bij het lezen van art. 8 van het reglement heeft het ons verwonderd dat de commissie, tot welke de werklieden zich bij het voorkomen van geschillen te wenden hebben, geheel is samengesteld uit leden die zich hieromtrent verbonden hebben; patroons dus.
Voor een dergelijke taak is toch op de eerste plaats een bestaande arbeidsraad het aangewezen lichaam of eene commissie, die voor de helft uit werklieden bestaat, zou dienen te worden gevormd; of meenen de Amsterdamsche patroons, dat het „rechten in eigen zaak” het meest bevorderlijk is aan het streven naar verbetering van toestanden?