Architectura/Jaargang 5/Nummer 21/De kunstnijverheid op de Brusselsche tentoonstelling
‘De kunstnijverheid op de Brusselsche tentoonstelling’ door W. |
Afkomstig uit Architectura, jrg. 5, nr. 21 (zaterdag 22 mei 1897), p. 103. Publiek domein. |
[ 103 ]DE KUNSTNIJVERHEID OP DE BRUSSELSCHE TENTOONSTELLING.
’t Volgend uit de brusselsche kranten.
„De minister van schoone kunsten heeft saamgesteld de jury voor de toelating en plaatsing van de kunstindustrieën (groep XXI). Zij zijn: ch. van der stappen, octave maus, paul du bois, h. van de velde, a crespin en v. bernier.
De afdeeling van deze groep, die binnenkort zal worden saamgesteld, neemt in 3 zalen, grenzend aan ’t salon des Beaux-Arts; zij belooft te worden van groot belang.
’t Beheer der burgergebouwen vol-endt ’t maken der vitrines bestemd tot bevatten der kunstvoorwerpen.
Meer dan 60 artisten hebben hun medewerking beloofd, onder die: f. khnopff, g. lemmen, t. van rysselberghe, a. w. finch, ch. van der stappen, p. du bois, r. wytsman, ch. samuel, j. barbier, p. hankar, g. combaz, ch. baes, c. montald, h. le roy, g. morren, h. meunier, f. toussaint, v. mignot, m. romberg, l. dardenne, privat-livemont, h. ottevaere, a. heins, a. lynen, a. crespin, ch. doudelet, g. devreese, g. lanneau, o. coppens, j. herbays, f. nys, ph. hauman, a. laureys, a de mol, th. et g. fumière, l. van strydonck, f. coosemans, e. lyon-claesen, j. schavye, schildknecht, desamblanc, p. claessens, de contini, evaldre, l. sacré, f. villers, enz.
Zoo — wettig vereenzelvend de kunstnijverheid met de eigenlijk — of oneigenlijk — gezegde kunstwerken, gevend den eersten en laatsten dezelfde rechten (kostlooze plaats en verzending), de regeering van België heeft genomen een gelukkig initiatief.
De moeite door ’t comité gedaan, tot voorgoed beslissen dezer belangrijke kwestie, zal worden gewaardeerd vooral door frankrijk en engeland, bij die de administratieve sleur heeft doen mislukken de onderhandelingen tot ditzelfde doel.
De Fransche regeering heeft — door eene zonderlinge afdwaling — niet willen ontvangen in de afdeeling „schoone kunst” de kunstvoorwerpen van nijverheid en sier.
Gevolg: de artisten, die vertegenwoordigen dezen belangrijken tak, hebben hun meewerking tot de tentoonstelling geweigerd — liever zich terugtrekkend dan gerangschikt wordend onder handelaars en fabrikanten.
De Engelsche werkers dezelfde beslissing.
Alleen belgië heeft begrepen dat de kunst — bekleedend een ding van behoefte — niks van zijn waardigheid verliest, dat een affiche of een boekband kunnen bezitten ’n kunstwaarde, gelijk, zoo niet boven — dat of dat landschap — dat of dat stil leven, (nature morte), dat of dat genrestuk, hoogmoedig gevat in goud.
’t [s ’n stap in de kunstgroei van onzen tijd — en ’t besluit genomen is geheel tot de eer van belgië.”
..................
Ja, ’t is ’n stap.
Maar geen in werk.
Alleen in erkenning van ’t werk.
’n Stap — maar de weg is lang — gelukkig!
Nog veel misvat — ’t is bloot — ook in dit stuk, met al dat „kunst,” „artist,” vooral ’t is bloot in „kunst, ’n ding bekleedend.”
Dan — nogmaals ’t gezegd — geen anhang van ’n ding is kunst.
Gelijk ons ziel — geest geen anhang an ons zelf!