Architectura/Jaargang 5/Nummer 23/Een jonge vereeniging

‘Een jonge vereeniging’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit Architectura, jrg. 5, nr. 23 (zaterdag 5 juni 1897), p. 112. Publiek domein.

[ 112 ]EEN JONGE VEREENIGING.

Wij ontvingen het eerste Jaarverslag van de Technische Vakvereeniging over het jaar 1896—1897. Daarin komt voor als inleiding een kort overzicht van de wordingsgeschiedenis dier vereeniging, waaraan wij het volgende ontleenen: „In Juni 1895 werd door eenige opzichters te ’s-gravenhage het initiatief genomen om eene vereeniging van opzichters-teekenaars te stichten, hoofdzakelijk met het doel verbetering van hun maatschappelijken toestand te verkrijgen. Wij weten allen van meer of minder nabij hoe moeilijk het in vele opzichten den opzichter, teekenaar of techniker valt, zich eene positie te verschaffen. Ook weten wij, dat die maatschappelijke positie niet alleen verre van rooskleurig is, maar ook, dat voor velen de toekomst voor vrouw en kinderen inderdaad zorgwekkend mag heeten.

„De eenige weg tot verbetering is, zooals bovengenoemde Haagsche Heeren terecht inzagen, het stichten van eene Vereeniging. Men stelde zich de grootsche gedachte voor, dat al wat opzichter of teekenaar is in een der vakken: Burgerlijke bouwkunde, scheepsbouwkunde, waterbouwkunde, machinebouwkunde, kunstnijverheid enz., dat die „gansche breede schare van mannen, staande tusschen patroon en werkman” eendrachtig zou samenwerken, terwijl men zeer goed begreep, dat dusdanige vereeniging eerst in de toekomst haar doel zou kunnen bereiken, welke toekomst naar gelang van de meer of mindere onderlinge samenwerking en aaneensluiting, meer of minder nabij zou zijn. Men zond dus uitnoodigingen aan alle opzichters en teekenaars in bovengenoemde vakken, ter bijwoning eener vergadering te ’s-gravenhage en daarvan was het resultaat dat gesticht werd de Nationale Vakvereeniging voor opzichters en teekenaars. Men maakte propaganda te amsterdam en rotterdam met het gevolg dat korten tijd later ook daar afdeelingen werden opgericht. Later werd de vereeniging herdoopt in Technische Vakvereeniging en ontstond nog de afdeeling utrecht.”

Uit het verslag van de algemeene ledenvergadering gehouden op 20 Dec. 1896, blijkt voorts dat aan het einde van dat eerste jaar de jonge vereeniging zich mag verheugen in grooten bloei. In het verslag volgen nu de rapporten van de afdeelingen amsterdam, den haag, rotterdam en utrecht, met een naamlijst van de leden. De Technische Vakvereeniging die in haar kort bestaan blijken heeft gegeven van veel activiteit en van ernstige opvatting van hare taak, zij met dit eerste resultaat het beste succes toegewenscht.