‘Van Kedoe schrijft men aan het Bat. Nbl.: […]’door een anonieme schrijver
Afkomstig uit Architectura, jrg. 5, nr. 38 (zaterdag 18 september 1897), p. 174. Publiek domein.
[ 174 ]— Van kedoe schrijft men aan het Bat. Nbl.:
Als wij den weg naar het vereenigingspunt van de ello en progo zuidwaarts volgen, dan komen wij al spoedig op een groote open ruimte, in het midden waarvan de fraaie mendoet-tempel vóór ons oprijst. Geheel van trachiet staat op een vierkant terras een eveneens vierkant bouwwerk, met prachtig gebeitelde reliefs bedekt en boven overgaand in een min of meer afgeronden vorm.
Wie het terras beklimt en door een opening in het steenwerk naar binnen kijkt, ziet hier drie kolossale beelden, uitstekend gemodelleerd en afgewerkt, die boeddha en twee van zijn vereerders voorstellen, in diepe overdenking verzonken.
Met het oog op de bouwvalligheid lijkt het echter een waagstuk den medoet-tempel te betreden, en allen, die belangstellen in de oude geschiedenis van java, hebben met vreugde gezien, dat Vanwege de regeering restauratie zal plaats hebben. Een ingenieur te batavia heeft de opdracht gekregen zich zoo dikwijls dit noodig is naar kedoe te begeven, ten einde het werk te leiden. Moge hij er in slagen het juweeltje van Hindoesche kunst in hechten toestand te herstellen, zonder te schaden aan versiering en vorm!
Wellicht zal dan de Regeering er toe besluiten den naburigen boroboedoer die grootscher is en meer indrukwekkend, in goeden staat te houden.
Ook dáár is een ingrijpende hand noodig om geheele verbrokkeling en verval te voorkomen.
Wie den top van den boroboedoer bestijgt en plaats neemt op de bank, hier door een kunstkenner gemetseld, heeft onder zich een stuk historie, verdrongen en vervangen door den Islam die thans op java heerscht.