Architectura/Jaargang 5/Nummer 7/Technische Vakvereeniging
‘Technische Vakvereeniging. Afd. Den Haag. Vergadering op Zaterdag 6 Febr. 1897’ door A. |
Afkomstig uit Architectura, jrg. 5, nr. 7 (zaterdag 13 februari 1897), p. 45. Publiek domein. |
[ 45 ]
TECHNISCHE VAKVEREENIGING | afd. den haag. vergadering op zaterdag 6 febr. 1897. |
De functiën van de Bestuursleden zijn verdeeld als volgt:
a. j. segers, President. | m. j. v. heumen, 2e Secr. |
a. p. v. d. brugge, Vice-President. | s. j. de boer, 1e Penningmeester. |
th. j. timmer, 1e Secretaris. | f. s. g. henning, 2e Penningm. |
g. h. adema, Commissaris, tevens Informatie-bureau. |
Na de gewone zaken behandeld te hebben werden 3 leden met algemeene stemmen aangenomen en kan de afdeeling zich verheugen met 5 donateurs.
In de vragenbus was een vraag van den volgenden inhoud:
1e. „Hoe kan in overeenstemming met de honorariumtabel voor Architecten (een label die niet geregeld is naar bekwaamheid, doch in alle opzichten slechts naar de soort en grootte van een werk) een dito percents gewijze honorariumtabel voor bouwkundige opzichters en teekenaars worden vastgesteld?”
2e. „Zijn van een dergelijke tabel, evenals dit voor de architecten het geval is, ook voor de bouwkundige opzichters en teekenaars nuttige resultaten te verwachten?”
3e. „Kan een dergelijke regeling als sub 1o gewaagd, ook worden toegepast ten nutte der beoefenaars der andere technische vakken?”
Steller dezes geeft in overweging, in geval de vergadering met de strekking dezer vragen instemming betuigt voor het verkrijgen dezer honorariumtabel zooveel mogelijk alle Nederlandsche bouwkundige opzichters-teekenaars uit te noodigen daaraan mede te werken ten einde voor alles ieders meening te hooren.
Het komt hem voor, dat loonregeling spoedig dient behandeld te worden. De voorzitter stelde voor, deze vragen in handen eener Commissie ter onderzoek ye stellen. Een der leden merkte op, dat een onderzoekings-commissie veel tijd behoeft, hij hield meer van een handelende commissie en stelde daarom voor in aansluiting met de aangeboden vragen verder te gaan dan het voorstel van den voorzitter strekte en wel op grond van ’t volgende:
Dat nu ongeveer drie maanden geleden door de afd. den haag der t. v. v. een verzoek was gericht aan de afd. den haag der m. t. b. d. b. om inlichtingen omtrent den stand der werkzaamheden der Commissie vóór 2½ (twee en een half) jaar benoemd door die afd. voor het opmaken eener honorariumtabel voor opzichters en teekenaars en dat tot heden geen antwoord op dat verzoek bij de t. v. v. was ingekomen, dat naar sprekers meening nu niet meer aan de beleefdheid te kort was gedaan en men nu kan trachten zulk een honorariumtabel te ontwerpen.
Dit toch is naar zijne meening eene handeling die precies gelijk staat tegenover de patroons-architecten en principalen als die van de patroons-architecten tegenover hunne principalen op 31 mei 1888. Spreker stelt daarom voor de vragen onmiddellijk naar het Hoofdbestuur te zenden met het adres, vervolgens door en naast het Hoofdbest. uit de bouwkundigen der t. v. v. eene commissie te benoemen die alsdan de taak van het Hoofdbest. zou verlichten en die door circulaires zou trachten de medewerking van alle Nederlandsche opz.-teekenaars te verkrijgen.
Het bureau van plaatsing zou goede diensten kunnen bewijzen.
Ter tegemoetkoming in de noodzakelijke onkosten belooft de afd. den haag financieelen steun.
De voorsteller meent in den geest der vragen te moeten adviseeren, dat de afd. het Hoofdbest. en de Commissie er op wijze, dat men slechts verlangt eene regeling van het loon zonder meer; dat vooralsnog van poging tot verhooging van loon geen sprake kan zijn, omdat de mogelijkheid hiervan eerst kan blijken nu het onderzoek door de Commissie. Door deze voorloopige regeling zou reeds de wijze van salarieeren billijker worden en minder afhankelijk zijn van omstandigheden en van de willekeur van patroons en architecten.
Dit voorstel werd met algemeene stemmen aangenomen en besloten het aan ’t Hoofdbest. op te zenden. Daarna werd de vergadering gesloten.