Arnhemsche Courant/Jaargang 58/Nummer 5326/Zoo als men weet, zijn den 29sten de parijsche vrijmetselaars in optogt naar de avenue de la Grande Armée getrokken

‘Zoo als men weet, zijn den 29sten de parijsche vrijmetselaars in optogt naar de avenue de la Grande Armée getrokken. […]’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit de Arnhemsche Courant, donderdag 4 mei 1871, [p. 2]. Publiek domein.

[ 2 ] Zoo als men weet, zijn den 29sten de parijsche vrijmetselaars in optogt naar de avenue de la Grande Armée getrokken. Van daar hebben zich de banierdragers, elk met een ander broeder, naar de wallen begeven, en hunne banieren geplant op een afstand van honderd el van elkander verwijderd tot aan de porte Maillot. Deze afgevaardigden zijn toen met geblinddoekte oogen door de linien van Versailles doorgelaten en werden ontvangen door den generaal, (broeder) Montaudon, die twee van hen naar Versailles heeft doen geleiden. De derde werd teruggezonden met de aanzegging aan de Commune, om tijdelijk het schieten te staken. In geval het hervat werd, zouden ook de troepen weder vuur geven.
 Den 30sten, zoo verhaalt le Rappel, waren de vrijmetselaars vereenigd in de zaal Dourlens, boulevard de Wagram, om het rapport aan te hooren van de twee afgevaardigden, die, op uitnoodiging van generaal Montaudon, zich zaturdag naar Versailles hadden begeven.
 Die afgevaardigden waren door den heer Thiers ontvangen. Zij hadden zich van hunne zending gekweten met de gematigdheid en de waardigheid, die aan mannen der verzoening en des vredes betamen. Het hoofd van het uitvoerend bewind had op de eerste zending van de vrijmetselaars geantwoord: »dat er eenige menschen zouden omkomen, en eenige huizen zouden worden doorboord, maar dat de wet zou zegevieren.” De heer Thiers moge meenen dat hij de wet vertegenwoordigt; de afgevaardigden waren overtuigd, dat zij aan hunne zijde het regt hadden, en in dien geest hebben zij gesproken.
 Na hen te hebben aangehoord, antwoordde de heer Thiers slechts met eenige korte woorden. Hij bepaalde zich tot de verklaring, dat hij niets meer te voegen had bij hetgeen hij aan de eerste commissie van vrijmetselaars had geantwoord.
 Het rijtuig van generaal Montaudon, dat ter beschikking van de afgevaardigden gesteld was, heeft hen niet naar Parijs kunnen terug brengen; zij moesten, doodelijk vermoeid, te voet van Versailles terugkeeren. Het was zes ure in den morgen, toen zij de stad bereikten.
 Na hot rapport der afgevaardigdeb te hebben gehoord, werden verscheidene besluiten genomen, onder anderen, dat de banieren op de wallen zouden blijven, en dat men ze des noods op alle bedreigde bastions zou planten. De vrijmetselaars zouden elkander aflossen om ze te bewaken.
 Voorts werd besloten dat, in geval het schieten weder mogt aanvangen — op dat oogenblik was het gestaakt — de vrijmetselaars zich zouden voegen bij de gewapende burgers en, in dien uitersten nood, een beroep zou worden gedaan op de broeders in de departementen.
 Een aantal broeders begaven zich, na het sluiten der zitting, naar de wallen om hunne banieren te bewaken; de anderen keerden in de stad terug, om later hunne medeleden te vervangen.



 De demonstratie van de vrijmetselaars wordt door de ernstige leden van de Orde zeer sterk afgekeurd. De heer Hamel heeft krachtig geprotesteerd tegen dit beschikken over de instelling door zeer velen, die niet tot hare leden behooren.