Bredasche Courant/Jaargang 146/Nummer 113/Bredasche Kunstkring
‘Bredasche Kunstkring’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit De Bredasche Courant, donderdag 14 mei 1936, [p. 3]. Publiek domein in de EU. |
Bredasche Kunstkring
Wij ontvingen het verslag over het vereenigingsjaar 1935-1936 van den Bredaschen Kunstkring, uitgebracht door de H.H. P. A. H. Hornix en E. W. van Vegchel resp. voorzitter en secretaris van den Kring.
Het jaar 1935 was voor den kring een gunstig jaar; een harmonische ontwikkeling kan worden geconstateerd.
De heeren Waanders en Rovers werden als bestuursleden herkozen. Inplaats van den heer Rovers, die later ontslag nam, werd de heer Jan Hohman tot bestuurslid gekozen.
Het aantal werkende en kunstlievende leden breidde zich uit.
Als werkende leden werden aangenomen de heeren C. J. Lanen, H. G. Ontrop, Gerard Princee en A. Snijders. Een twintigtal kunstlievende leden meldde zich aan, zoodat de kring thans in het geheel 160 leden telt.
De vergaderingen werden goed bezocht en gaven het bestuur heel wat werk.
De loterij is een fiasco geworden. Aan Mr. Suys wordt een woord van dank gewijd voor zijn bemoeiingen inzake de verloting.
De steun wordt gememoreerd, verleend aan de vereeniging Kunst in Nood.
Tot leden der jury ter beoordeeling van de werken der werkende leden werden benoemd de heeren Jan Hohman, Gerrit de Morée, R. Peskowsky, Jan Strübe en P. Windhausen.
Melding wordt gemaakt van de tentoonstelling, op verzoek van Breda Vooruit in het Stedelijk Museum ingericht. In verband hiermee wordt de lezing vermeld van den Z.Eerw. Heer prof. Remi Lens over den Mechelschen schilder Prosper de Proyer, van wien eenige werken waren geëxposeerd. De tentoonstelling werd door den burgemeester van Breda geopend.
Bij gelegenheid van de tweede tentoonstelling, in Concordia gehouden, sprak prof. v. d. Pluym over de schilders uit den Renaissance-tijd in Italië.
Een woord van hulde wordt gebracht aan den scheidenden burgemeester. Als herinnering werd Z.E.A. door den kring een litho „de laatste Markdag in de Boterhal” van Jan Strube aangeboden, welk gesehenk dankbaar werd aanvaard.
De jaarlijksche premieplaat werd door Gerrit de Morée vervaardigd. Op de tentoonstelling zal in het vervolg een portefeuille met schetsen en teekeningen der werkende leden aanwezig zijn.
Vermelding verdient de goed verzorgde lezing van den heer Dr. Ph. J. Gunning, rector van het Stedel. Gymnasium over: Jeugd en volwassenheid van Hellas’ beeldhouwkunsten.
Een bezoek aan museum Boymans kon niet doorgaan.
Het verslag eindigt met den wensch, dat de Kring voortdurend in bloei moge toenemen.