Bredero/Sonnets op Jan Syvertsoon Kolms treur en bly-spel

SONNETS OP JAN SYVERTSOON KOLMS TREUR- EN BLY-SPEL.

Wilt ghy de weyflery der looser lichter Vrouwen
    Eens affgeschilder sien? soo doorsoeckt eens dit Boeck,
    T’welck als een spieghel u sal klaarelijck en kloeck
Al haar lichtveerdicheydt en valscheyt doen aenschouwen.

Die die te recht bedenckt, sal hem by sulcken houwen,
    Met wien dat hy ontsweeft de gramschap en de vloeck
    Des ijverighen Godts; wel die zijn ondersoeck
Min als d’ Ervaarenheyt van anderen vertrouwen

    In ’t stuck van Boeldery: dat meestendeel doch gheeft
    Ellende, Ramp en smaat, waar deur men eid’lingh leeft,
In jammerlijcken staat, van buyten en van binnen

    Het Lichaam en de Gheest. Veneetsche Cinthia,
    Wat laat ghy hedendaeghs als Susterlinghen na,
Die immers alsoo slim bedrieghen die haar Minnen.

De Bataafsche Vrienden-Spieghel (a°. 1615). Geteekend: G.A. in Brederode.