Catullus

Carmen 5

Auteur Catullus
Genre(s)
Brontaal Latijn
Datering
Vertaler Onbekend
Bron
Auteursrecht Publiek domein

Laten we leven, mijn Lesbia, en laten we liefhebben
en alle geruchten van al te strenge oude mannen
allemaal één as waard achten.
Zonnen kunnen ondergaan en opkomen,
wanneer voor ons eenmaal het korte licht is ondergegaan,
moeten we één eeuwige nacht slapen.
Geef mij duizend zoenen, daarna honderd,
dan duizend andere, dan weer honderd,
daarna onafgebroken nog eens duizend, daarna honderd.
Dan, als we vele duizenden zoenen gegeven hebben,
zullen we die in de war brengen, opdat we het aantal niet weten,
of opdat geen kwade man ons met het boze oog zou kunnen aankijken,
doordat hij weet dat er zoveel zoenen zijn.

Afkomstig van Wikisource NL, de Vrije Bron. "https://nl.wikisource.org/w/index.php?title=Carmen/5&oldid=40760"