- Al draagt de aap een gouden ring
- zo is het toch een lelijk ding
- Al heeft de sim een gulden rok,
- Zo is 'et toch maar enkel jok;
- Want schoon zij met een grote pracht,
- Wordt deftig in het spel gebracht,
- En dat ze voor de eerste maal
- Komt prachtig treden op de zaal,
|
- Komt wonder moedig aan de dag:
- Zij is een aap, gelijk ze plach';
- Want eer men nog de rolle sluit,
- Zo kijken hare grillen uit,
- Want zijde, goud, fluweel, satijn,
- En geven niet als enkel schijn.
- De vors die huppelt naar de poel,
- Al zat hij op een gouden stoel.
|