INGEZONDEN.
(Buiten verantwoordelijkheid der redactie).
HONGAARSCHE
|
KUNSTTENTOONSTELLING.
|
Breda, 18 Januari 1934.
Zeer geachte Redactie.
[auteursrechterlijk beschermd]
Hoogachtend,
Ginneken 18 Jan. 1934
Geachte Redactie.
Met vreugde las ik Woensdag in Uw Dagblad het artikel over de tentoonstelling van Hongaarsche schilderkunst in Concordia Immers, elke poging om Breda hedendaagsche kunstuitingen te toonen, is toe te juichen, een groote achterstand is hier in te halen, een achterstand, die misschien mede door gebrek aan goede ruimte voor plastiek of schilderkunst, wel schamel afsteekt tegen wat den liefhebber van tooneel of muziek wordt geboden.
Hoe groot echter was de teleurstelling bij het zien der geëxposeerde werken. Schoonheid is voor alle menschen, voor alle tijden. Hier past zeker geen leuze: „Steunt Nederlandsche fabrikaat” Ons boeit Dostojefski zoowel als Goethe of Shakespeare, Beethoven zoowel als Chopin of Debussy Rembrandt als Michel Anglo of de Japaneezen. Maar waar in dezen tijd met den extra zwaren bestaansstrijd voor kunstenaars de aandacht wordt gevraagd voor schilderijen, waarvan het beste niet boven het niveau komt van den gemiddelden nabloei der Haagsche school, daar was wel wat meer chauvinisme gewenscht. Laten we in alle oprechtheid de schoonheid die „één” is zoeken en dienen (desnoods met speculatieve bijbedoelingen), zonder nationalisme, maar dan mag deze verzameling niet worden bestempeld als een uitwisselen van cultuur. Dat ware een beleediging voor Hongarije.
P. WINDHAUSEN.
Naschrift van onzen medewerker t’ S.:
Wij gunnen den geachten inzenders gaarne hun artistiek inzicht en wij waardeeren het; wij vragen van hen hetzelfde voor het onze.
|