Dagblad van Noord-Brabant/Jaargang 76/Nummer 15704/Paul Windhausen exposeert

‘Paul Windhausen exposeert’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit het Dagblad van Noord-Brabant, zaterdag 21 november 1936, [p. 5]. Publiek domein in de EU.
[ 5 ]

PAUL WINDHAUSEN EXPOSEERT.

’n Privé-tentoonstelling van werken, uitsluitend door den kunstenaar vervaardigd, en nog wel door ’n stadgenoot.... hoeveel jaren is ’t geleden, dat we van zulk een verschijnsel mochten spreken? En gelukkig is zulk een verschijnsel voor kunst en kunstenaar beide. Geheel de komende week: vanaf heden tot en met Zondag 29 November, geeft de leeraar Paul Windhausen een demonstratie van zijn oeuvre „Kinderportretten”, in zijn ateliers op Nummer 11 van het Kasteelplein. Ruim veertig werken, groot en klein, alle krijt-, pastel- of aquarel-teekeningen zijn er te bewonderen. En als we hier de kwalificatie „bewonderen” neerschrijven, zijn we geen streep bezijden de waarheid. Want Windhausen is vóór alles, in zijn kinderkoppen psycholoog. Hij geeft in die veertig portretten, veertig verschillende kinderzielen. Hij geeft er die ziel vanaf den amper-bewustwordings-tijd tot aan den leeftijd, waarin de gekunsteldheid reeds begint te spreken, en, uit alle teekeningen treedt U ’n verschillende psyche tegemoet. Daarover moet men niet te gering denken. Dat is ’n gave, die veel grooter, veel gerenomeerder kunstenaars aan dezen exposant missen. Naast deze excuise collectie legt hij ons voor: een aantal zeer rake schetsen, bliksemsnel gemaakt. (Wij vernamen: in Moederheil). En deze zijn warempel lang niet zijn minste. Er is opdracht-

„Een Kinderportret” van
Windhausen
.

werk onder. Het is heel gauw te onderkennen. Veel der werken zijn particulier eigendom. Elk opdrachtwerk lijdt onder de opdracht zelf eenigermate, maar, daar, waar Windhausen zichzelf heeft kunnen uitzeggen in lijnen, volkomen, zooals elk eerlijk beeldend kunstenaar zichzelf móét uiten, daar staan wij soms verbaasd door de manier, waarop hij met enkele contouren een meesterlijk geheel weet te scheppen, waarop hij in elk portret een vertegenwoordiging schept van een bepaalde kindergroep. Met andere woorden: hij weet prachtig het algemeen-kinderlijke te treffen. Daar hebben we nummer 19: het droomerige meisje met den appel tusschen de handjes op den schoot. Bezie de groot-open, toch pensieve en toch ook weer vroeg-wijze oogen. Neem het Oude mannetjes-gezichtje van nummer 21, vergelijk het met nummer 23, de welgedane Burgemeester-boy. Zie, hoe zeer verschillend deze twee kinderzielen, en toch hebben beide de gemeenschappelijke kindertrekken: het verwonderd aanschouwen van het leven. Zie de conté-teekening nummer 31: het listige, het raadselachtige achter die oogen, en dat achter-den-elleboog-achtige van het mondje. Prachtig parelgrijs van toon is de jongenskop nummer 33. Wat ’n teere vleeschkleur, uiteenvloeiend in lichtgroene en grijze schaduwtinten. Bezie het kleuren-gamma op het haar, en U zult onze bewondering volkomen gemotiveerd vinden.

Ook deze tentoonstelling is een teeken van de wederopleving der beeldende kunst in Brabant, al geeft dan ook ’n Limburger van geboorte hiertoe den stoot. Wij wenschen hem en ons er geluk mee.