De Amsterdammer/Jaargang 19/Nummer 5688/De Ned. Geref. Gemeente te Rotterdam
‘De Ned. Geref. Gemeente te Rotterdam’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit De Amsterdammer, dinsdag 18 november 1930, eerste blad, p. 2. Publiek domein in de EU. |
De Ned. Geref. Gemeente te Rotterdam.
Haar 60-jarig bestaan.
Den twaalfden Nov. j.l. bestond de Ned. Geref. Gemeente te Rotterdam 60 jaar. Dit feit is gisteravond in een samenkomst met de gemeente in het vergadergebouw aan de Goudschestraat herdacht. De buitenlandsche afvaardiging, die op deze herdenkingssamenkomst het woord zou voeren, was verhinderd aanwezig te zijn.
De voorganger, Ds. D. C. Stempvoort, heeft een feestrede gehouden, waarbij tot onderwerp was genomen Hand. 5 : 38 en 39. Spr. zeide te willen gedenken de daden des Heeren, die Hij 60 jaar aan de gemeente bewezen heeft en te spreken over: de historie, torie, den strijd en het heden.
In 1875 werd als eerste leeraar aan de gemeente verbonden Ds. L. v. d. Velden. Nadat deze door ongesteldheid zijn ambt moest neerleggen, nam weldra Ds. Beversluis de taak over. Deze vertrok echter na korten tijd naar Amerika. Ds. Pothuis was de derde predikant, doch deze ging over naar de oud-Gereformeerden.
Een lange periode volgde, waarbij de gemeente zonder herder en leeraar was. In ouderling Lieburg werd een trouwe voorganger gevonden.
Sedert 1926 mag spr. als predikant deze gemeente dienen en Gods Woord verkondigen.
De gemeente heeft moeilijke jaren doorworsteld en veel strijd moeten overwinnen, zoowel van buiten als in eigen kring. Doch de Heere heeft haar geleid.
De gemeente is uiterlijk en innerlijk in kracht toegenomen. Verschillende jeugdvereenigingen konden worden opgericht. Spr. besloot met een opwekking om de belijdenis trouw te bewaren. Vervolgens heeft Ds. H. Siegers, predikant van de Ned. Geref. Gemeente te Oosterbeek gesproken naar aanleiding van Kronieken 30 : 8, middelste gedeelte. Spr. sprak ook namens de classis, die zich verheugt in dit jubileum.
Daarna heeft Ds. K. P. Groot, van Delft, nog het woord gericht tot de gemeente aan de hand van 1 Sam. 7 : 12.
De oudste ouderling, de heer H. Elmendorp, vertolkte de blijdschap van de gemeente, die hij liet uitdrukken in het zingen van Psalm 126 : 2.
Ds. Stempvoort dankte allen voor hun goede woorden, ook voor de tot hem persoonlijk gesprokene, waarop hij ’s Heeren zegen voor de gemeente vroeg.
Tot slot werd gezongen de jubelzang uit den 72sten Psalm.