De Avondpost/1916/Nummer 9512/Avond-editie/Verandering in de regeering

‘Verandering in de regeering’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit De Avondpost, donderdag 11 mei 1916, Avond-editie, p. A 2. Publiek domein.

[ A 2 ]Verandering in de regeering. De „Voss. Ztg.” schrijft: De reis van graaf Hertling naar Berlijn wordt in goed ingelichte kringen in verband gebracht toet veranderingen, die in de rijksregeering aanstaande moeten zijn. Naar alle waarschijnlijkheid zal de ziekte van minister Delbrück een persoonswisseling in de leiding van het rijksministerie van Binnenlandsche Zaken noodig maken. De definitieve beslissing schijnt echter nog niet genomen te zijn. Als candidaten voor de leiding van zaken worden ministers genoemd, van wie reeds een in het rijksministerie van Binn. Zaken werkzaam is, terwijl de andere tot het Pruisische ministerie behoort. De keuze zal waarschijnlijk ook nog van een andere belangrijke beslissing afhangen.
De rijksregeering heeft, naar verluidt, het plan, een centraal bureau voor alle vraagstukken der voorziening van levensmiddelen in het leven te roepen en daartoe iemand met bizondere volmachten te bekleeden.
Dit bureau is noodig geworden door de steeds meer aan ’t licht komende wenschelijkheid om, de verordenende en de uitvoerende macht te vereenigen. Het voornemen is, aan den president van het bureau verscheidene bestuursleden toe te voegen. Een daarvan zal door de opperste legerleiding worden gekozen.
Als candidaten voor het ambt van president van het centraal bureau worden eveneens verscheidene namen genoemd, o.a. die van een voormalig Pruisisch minister, thans opperpresident in het westen van Pruisen. Bovendien wordt de naam van een vroeger reeds herhaaldelijk bij het vraagstuk der levensmiddelenvoorziening op den voorgrond getreden Beiersch volksvertegenwoordiger genoemd. Men vermoedt dat met zijn candidatuur de reis van den Beierschen eersten minister in verband staat.
Naar verluidt zal het nieuwe centraal bureau bevoegdheden krijgen, die het voor zekere aangelegenheden in staat zullen stellen, onder verantwoordelijkheid van den rijkskanselier maatregelen te nemen, die verder gaan dan de besluiten en verordeningen van den Bondsraad.