De Avondpost/Jaargang 42/Nummer 13131/Ochtendblad/Geheugen-Kunstenaars

‘Geheugen-Kunstenaars. Dam- en schaakspelen uit het geheugen. II’ door W. Hoekstra
Afkomstig uit De Avondpost, vrijdag 9 juli 1926, Ochtendblad, [p. 5]. Publiek domein.
[ 5 ]

Geheugen-Kunstenaars.


DAM- EN SCHAAKSPELEN.

UIT HET GEHEUGEN.

II

 Opgemerkt dient dat Mr. Springer een niet onverdienstelijk schaakspeler is.
 Naar aanleiding van een door ons aan Mr. Springer gestelden vraag: Wat ziet gij feitelijk wel als gij.. niets ziet?, deelde hij het volgende mede: „Ik kan me steeds duidelijk het geheele bord met al de schijven voor den geest stellen. Dit eischt zulk een inspanning dat ik bij mijn eerste poging in 3 kwartier het gevoel kreeg of ik alles zag draaien.” Alleen door een systematische wils-training is het hem gelukt het resultaat van heden te bereiken.
 „Hoe kwam U er toe blind te spelen?” Mr. Springer vertelde hoe hij in Marseille een blind-séance had bijgewoond van den Schaakmeester Aljechin. Fransche damspelers die er bij tegenwoordig waren besproken de mogelijkheid van blind-dammen, doch ieder voor zich geloofde aan de onmogelijkheid hiervan. Springer echter was de meening toegedaan dat het mogelijk was. Natuurlijk niet simultaan, doch één of twee partijen achtte hij mogelijk.
 Na eenigen tijd kondigden de Fransche bladen aan dat Springer.. een partij blind zou dammen! Tot aller verbazing slaagde deze poging. Na de eerste successen probeerde Springer zelfs 2 partijen te spelen. Hij speelde toen tegen Ricou (kampioen van Marseille) en Marchetti. Hij won van Ricou en verloor, door vermoeidheid, in ’t eind vrij eenvoudig van Marchetti. Zijn verdere resultaten in Frankrijk zijn: 12 gespeeld, 6 gewonnen, 5 remise en 1 verloren. Ofschoon zijn eerste poging om 2 partijen te spelen niet geheel gelukt is hij van oordeel dat het toch in de toekomst niet onmogelijk zal zijn 3 of 4 partijen blind te spelen.
 De Fransche speler Maxime Fayet die in besloten kring te Marseille ook eenige malen blind speelde, zegt van zijn methode het volgende: „Voor de eerste 10 zetten vertrouw ik op mijn kennis van de openingen en routine. Vervolgens begroot hij met zich voor oogen te stellen, afzonderlijke gedeelten van het bord met de nauwkeurige groepeering der schijven. Daarna voegt hij deze groepen samen en ziet de partij in haar geheel[.] Volgens M. F. voelt hij zich na het spelen van een partij volgens dit systeem niet te erg vermoeid of zenuwachtig.
 Een der merkwaardigste beschrijvingen omtrent blind-dammen, ook met betrekking tot eventueele beoefening ervan, vinden wij in een schrijven van den Engelschen speler Willis Gardner aan Raphaël, een der sterkste Fransche dam-spelers van zijn tijd. Dit schrijven vol ongineele opmerkingen en practische raadgevingen is o. i. van zeer veel belang voor hen die zich nog eens aan dit experiment zullen wagen.
 Willis Gardner dan, schijnt de kwestie van blind-spelen.. eenvoudig te vinden.
 „Neem eens aan, dat ik met U spreek over een van mijn reizen naar Parijs, dat ik U de bezienswaardigheden beschrijf en U den weg beschrijf welken ik genomen heb. Zonder veel inspanning zult u mij op mijn tocht kunnen volgen. Welnu, het dambord is niets anders dan een stad met aangelegde straten en lanen.”
 „Een andere veronderstelling: gij zijt werkzaam aan de groote Zwitsersche Bierbrouwerij. Als de directeur een van zijn reizigers opdraagt een deel van zijn klanten te bezoeken, en daarvoor verschillende straten te doortrekken, en zich op bepaalde adressen op te houden, dan kunt gij in gedachte gemakkelijk de voorgestelde reis volgen.”
 „Maar als ik vraag de avonturen van een damschijf op het bord te volgen, is dit dan moeilijker? Ik meen van niet.”
 Een eerste vereischte voor blindspelen is: een goede kennis der notatie. Indien men het cijfer van een vak noemt, moet ge U direct dit vak kunnen voorstellen.”
 „Een tweede vereischte is een zeer goed geheugen waardoor de blindspeler zijn partij kan terug spelen indien hij de positie mocht zijn vergeten”.
 Gardner zegt dan verder dat zijn vriend Strickland (in zijn tijd kampioen blindspeler van Engeland) van Victor Nicod de uitnoodiging ontving in Frankrijk het Poolsche spel blind te spelen, indien hij dit kon..
 Bij het bespreken van deze kwestie gaf Strickland aan Gardner de volgende inzichten ten beste: „indien gij een diagram met een stand erop aandachtig beziet, prent dan het beeld goed in Uw geheugen en tracht de oplossing ervan te vinden zonder het te zien. Gardner nam de proef en het gelukte. Samen loste zij meermalen zoo „Fransche” problemen op uit „Leeds Mercury”. Gardner’s eerste lessen bestonden in het blindspelen op het bord. Hij prentte een stand goed in zijn geheugen en maakte daarna op een blaadje papier een analyse, zonder het bord te zien. Analyse in gedachten dus.
 Toen hij zoover was dat hij eenvoudige standen met veel gemak kon uitspelen, maakte hij ze ingewikkelder door er steeds meer schijven bij te plaatsen.
 Geleidelijk slaagde hij hierin. Minder gelukkig was hij echter bij zijn eerste pogingen een partij te spelen. Hij weet ditaan een onvoldoende kennis der notatie. Met ijver wierp hij zich daarna op een grondige kennis der notatie. Hij ontdekte toevallig een middel om het verkrijgen ervan te vergemakkelijken.
 Hij zag n. l. aan den muur tegenover zich een dambord hangen, toen bij bezig was zich voor blindspel te trainen, en hield dit gedurende de partij steeds in het oog. De partij werd beeindigd zonder vergissingen. Voortaan speelde hij toen de partijen met een oningevuld diagram voor zich. Later kon hij ook dit diagram missen.
 Willis Gardner zegt nadrukkelijk: dat spelers die deze instructies volgen, beschikken over voldoende geestkracht, voorstellingsvermogen en kennis der notatie, spoedig in staat zijn een partij blind te kunnen spelen. Beginners geeft hij den raad: na een 5 tal zetten, telkens de plaats der schijven op te noemen. Ook het spelen van een partij, uit boek of courant, met het geheugen (door b. v. af en toe op een diagram den stand in te vullen) acht hij een zeer goed oefenmiddel.
 Over het blind-simultaan is Willis Gardner erg optimistisch gestemd. Het onbegrijpelijke erin is voor hem doodgewoon. Inderdaad is het voor een toeschouwer onbegrijpelijk hoe een simultaan-schaakspeler b. v. een 20 tal partijen blind kan spelen: partijen waarvan niet een gelijk is. Gardner die zelf het Engelsche damspel blind simultaan speelde, vergelijkt dit met het lezen van een aantal willekeurige boeken, waarvan men de hoofdstukken door elkaar leest. Neem b. v. een aantal werken van Victor Hugo, Dickens, Scott en Kingley, en lees in ieder één hoofdstuk (het eerste natuurlijk) en lees daarna in ieder boek het tweede hoofdstuk en zoo vervolgens. De geschiedenis en de rollen der daarin voorkomende personen zullen U na lezing volkomen duidelijk zijn. Welnu, zegt Gardner, ieder dambord is een afzonderlijke geschiedenis met zijn eigen personen. De simultaanspeler is de opperbevelhebber van een leger, die de stafkaart onder de oogen heeft alle heuvels en dalen kent en de bewegingen van zijn verschillende legercorpsen bepaalt om den overweldiger aan te vallen of de kwetsbare punten te verdedigen.
 Dit zijn het oordeel en de raadgevingen van een beroemd Engelsch speler. Wij kunnen er ongetwijfeld ons voordeel mee doen.
 Wat onze sportieve opvattingen over blindspel ook mogen zijn, steeds zullen wij bij het aanschouwen ervan dat ondéfinieerbare gevoel krijgen van iets bovenzinnelijks. Is het een verborgen zintuig? Is het training van het geheugen alleen?
 De „Nurksen” zullen zeggen dat het een niets-nutte-hersen afbeuling is. Anderen: dat het geheugen acrobatiek is. Het geweldige van zoo’n prestatie zal ieder duidelijk zijn die ook maar zeer weinig kennis van de denkspelen heeft. Wij kunnen dan ook den Haagschen Districts-Dam-Bond niet anders dan dankbaar zijn, dat hij ons in de gelegenheid stelt over eenige dagen Mr. Benedictus Springer een partij-blind-dam te kunnen zien spelen. Laat het dezen Hollandschen speler, de eenige die een partij blind kan spelen op het bord- en volgens de regelen, zooals wij ze kennen, niet aan belangstelling ontbreken. In Amerika, Frankrijk en eenige Hollandsche steden is zijn succes enorm geweest. Wij gelooven dat het ook hier een zegetocht zal zijn!

W. Ho[e]kstra.