De Blijde Wereld/Jaargang 13/Nummer 21/Ingezonden
‘Ingezonden’ door J. Eigenhuis en de redactie van De Blijde Wereld |
Afkomstig uit De Blijde Wereld, jaargang 13, nummer 21 (5 maart 1915), [p. 3]. Publiek domein. |
INGEZONDEN.
- Mijnheer de Redacteur.
In den trant van uw lof en blaam moet ook ik u lof en blaam tegelijk toezenden. Lof voor het vele mooie, dat ik wekelijks in uw blad vind, blaam voor uw soms onbekookt oordeelen.
Zoo beoordeelt u het werk van Theo van Doesburg, geheel zonder eenigszins in den geest er van te zijn doorgedrongen. Als getrouw lezer van Eenheid kan u weten dat Theo van Doesburg een kunstenaar is, die frissche opvattingen over kunst heeft gepubliceerd. Als gevoelig mensch heeft hij zeer geleden onder den schok der duivelsche gebeurtenissen onzer dagen, — en thans na weer tot evenwicht in zichzelf gekomen te zijn, ziet hij de Liefde als het cement van het Al. De symboliek van zijn liefdes-lyriek is doorzichtig genoeg, om voor elk ontwikkeld lezer begrijpelijk te zijn. Geen erotisch gekweel heeft hij bedoeld, maar een lofzang op de Al-Liefde, de religie des harten, waarvoor immers uw mooie orgaan strijdt.
Het deed me leed er zoo’n ondoordachten aanval op „Eenheid” in te lezen.
Met beleefden dank
Uwe dw. J. EIGENHUIS. |
Het doet ons leed, door onze critiek een gevoeligen jongen man in dezen voor menige ziel zoo zwaren tijd gegriefd te hebben. Wat wij voor erotisch gekweel hielden, blijkt bedoeld te zijn als een verheerlijking der goddelijke liefde. Het misverstand is echter geen gevolg van ons gebrekkig lezen, maar van de ondoorzichtige beeldspraak en den stamelstijl, waarin deze ontboezeming geschreven werd. We zouden dit rare stukje niet besproken hebben, wanneer we niet meermalen geërgerd werden door dergelijke futuristische woordkunst in Eenheid. Er zijn tegenwoordig vele menschen, die grond onder hunne voeten willen hebben en in geen traditie, leer of stelsel de noodige stevigheid vinden. Het zullen vooral deze „zoekende zielen” zijn, die Eenheid lezen. Zij hebben boven alles klaarheid en vastheid noodig; een dansende Derwish is echter niet geschikt als gids, om op nieuwe banen te brengen. Daarom hebben we in wel wat harde taal gewaarschuwd tegen de zielekreten, visioenen en poëtische wartaal, die we soms in Eenheid aantreffen. Er is waarlijk al warhoofderij genoeg.