De Génestet/Door zegen geheiligd
← Zelfverloochening | De dichtwerken van P.A. de Génestet (1877) door P.A. de Génestet | Niet bezorgd → |
Uitgegeven in Amsterdam door Gebroeders Kraay. |
DOOR ZEGEN GEHEILIGD
O, zegt toch niet: „Lichtzinnig maakt de zegen!
’t Geluk de ziel afvallig van haar God!
De mensch verdoolt op voorspoeds effen wegen,
En hoogmoed kweekt de lange gunst van ’t lot!”
Daar is toch ook, wie ’t zoet geluk van ’t leven
Juist needrig stemde, afhanklijk, ernstig, zacht;
Wier ziel tot God door zegen werd gedreven,
Als andren – door den lijdensnacht.
’t Geluk de ziel afvallig van haar God!
De mensch verdoolt op voorspoeds effen wegen,
En hoogmoed kweekt de lange gunst van ’t lot!”
Daar is toch ook, wie ’t zoet geluk van ’t leven
Juist needrig stemde, afhanklijk, ernstig, zacht;
Wier ziel tot God door zegen werd gedreven,
Als andren – door den lijdensnacht.
Daar is toch ook wie niet het kruis bekeerde,
Maar wie ’t geluk, als ’t licht des Heeren, trof!
Wie niet de Nood – maar Zegen bidden leerde,
Wie iedre bloem ontstak in liefde en lof!
En wie ook straks, toen ’s Vaders hand hen griefde
Met bitter leed en raadselvolle smart –
De Erinring van Gods zegenende liefde
Een steun, een troost bleef voor ’t verslagen hart!
Maar wie ’t geluk, als ’t licht des Heeren, trof!
Wie niet de Nood – maar Zegen bidden leerde,
Wie iedre bloem ontstak in liefde en lof!
En wie ook straks, toen ’s Vaders hand hen griefde
Met bitter leed en raadselvolle smart –
De Erinring van Gods zegenende liefde
Een steun, een troost bleef voor ’t verslagen hart!