De Génestet/Wetenschappelijke ontwikkeling

[ 342 ]

LXI.

WETENSCHAPPELIJKE ONTWIKKELING.

    Zij hebben saam gekonjugeerd,
        Gedeklineerd,
  Hun namen in de bank staan door elkander;
    Zij kwamen school steeds even laat,
      Zij deden samen kwaad
  En de een schreef pensa voor den ander.
    Ze zijn van de eigen slanke leest,
        Op menig fees',
        Met éénen geest
        Verliefd geweest.
Zij deelden saam hun lief en leed, zelfs hun sigaren
       In hun Latijns the jaren!

  Nú zonder schroom, zonder schaamte of ontzag
        Deklineeren
        Deze heeren
  Elkanders talenten, moreel en gedrag;
        Benijden,
        Bestrijden,
      Verkoopen, verraden
[ 343 ]Elkander in 't duister met woorden en daden!
  Want beiden maakten naam in de eigen wetenachap,
Maar de een heeft in het spoor des anderen gereden,
  Daar kwam verschil, niet zander reden;
   't Ving aan met vriendelijk gekrab,
   Maar steeg allengs van trap tot trap....
Dat grijpt elkander nu in 't hart als in de haren....
Och, of ze nog maar weer (in 't klein) kwajongens waren.