De Grondwet/Jaargang 64/Nummer 107/Hoe staat het met West-Brabant

Hoe staat het met West-Brabant
Auteur(s) Anoniem
Datum Zaterdag 8 mei 1926
Titel Hoe staat het met West-Brabant
Krant De Grondwet
Jg, nr 64, 107
Editie, pg [Dag], derde blad, [1]
Opmerkingen Filips Damiaan Lodewijk van Hoensbroeck vermeld als Mgr. van Hoensbroek
Brontaal Nederlands
Bron delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

Hoe staat het met West-Brabant.

      Daar is in de laatste jaren een krachtige beweging gaande om de heiligdommen en devoties van ons eigen land weer sterker te doen herleven. En dat is goed gezien. Want wie hebben meer de plicht voor eerbewijzen te zorgen, en wie hebben dringerder recht op de weldaden, welke daar door God en Zijn Heiligen wordt uitgedeeld, dan de eigen landzaten, aan wie zulk een heiligdom werd toevertrouwd. Deze gedachte kwam weer sterk naar voren, nu de Bedevaart van Roosendaal, Breda en omsteken weldra haar jaarlijksche tocht naar O. L. Vrouw in ’t Zand te Roermond zal ondernemen. Ze zuilen weer trekken, de honderden pelgrims, door die prachtige Kapellerlaan met haar meer dan honderdjarige linden. Het zal weer zijn, naar we hopen onder den gloed van Gods lieven zon, de feestelijke opgang naar den troon der Lieve Moeder, die daar bijzonder vereerd wordt als de Hulp der Christenen, en het Heil der zieken.. Wat de oude dichter zingt, en waarvan duizenden en tienduizenden in den loop der tijden mochten getuigen, moge ook nu bewaarheid worden:

      Hoe menig treurend hart
            Liet hier zijn smart
      En ging ofschoon geen hoop meer glom
            Aan vreugde rijk weerom!

      En toch, hoe deze Bedevaart moge bloeien, zoo zelfs dat Rotterdam dit jaar verzocht te mogen aansluiten, vraag ik mij toch af: Is West-Brabant talrijk genoeg vertegenwoordigd? Er komen jaarlijks duizenden pelgrims uit Duitschland en Belgie om O. L. Vrouw in ’t Zand te Roermond te vereeren en haar voorspraak te vragen. Moeten wij, de eigen vaderlanders, dan niet in nog grooter getal er heen gaan? Het ééne behoeft het andere volstrekt niet uit te slu[i]ten. Maar waarom wèl met moeilijk en kostbaar reizen naar het buitenland, terwijl we misschien nog nooit ons eigen Mariaheiligdom Roermond bezochten. Het is een der oudste en schoonste Mariabeelden, welke in ons land vereerd worden. De beroemde Jezuitenpater Otto Zylins schrijft in 1613: „Door mirakelen schittert deze Mariakapel”. En in 1777 schrijft Mgr. van Hoensbroek aan Pius VI: „De Kapel van O. L. V. in ’t Zand is sedert eeuwen vermaard wegens het miraculeus beeld en de wonderen, die daar geschieden”.
      Daarom hopen we, dat vooral in dit jubeljaar zeer velen aan deze bedevaart zullen deelnemen en op 19 Mei a.s. Roosendaal, Breda, Rotterdam en omliggende dorpen zeer sterk in Maria’s Heiligdom te Roermond zullen vertegenwoordigd zijn.