[94]
[...]
Het weekblad „De Bouwwereld” van 24 November 1820 (jrg. XIX, n° 47) bevat blz. 377—381 de voortzetting van het opstel van den heer J. Nuyts over Oud-Maastrichtschen woningbouw. Het mooi en voornaam gebouw aan het Vrijthof, waarin o. a. het archief en de bibliotheek der gemeente zijn ondergebracht, en het aloude Dinghuis in de Kleine Staat worden historisch en architectonisch beschreven. De tekst wordt door twee fraaie afbeeldingen toegelicht.
In het eerste gedeelte van het „Oorkondenboek van het Sticht Utrecht”, dat volgens de hedendaagsche strenge wetenschappelijke eischen door de heeren Muller en Bouman wordt uitgegeven, komen ook eenige oorkonden voor, die van belang zijn voor de geschiedenis van Limburg.
Ofschoon zij reeds bekend waren, meenen wij toch hier de aandacht daarop te moeten vestigen, omdat deze nieuwe uitgave een meer betrouwbaren tekst met tal van aanteekeningen geeft. Wij vermelden derhalve:
N° 23. (714) Maart 2. Pippijn en zijne gemalin Plectudris (Blittrudis) schenken aan bisschop Willibrord de kerk en het klooster te Susteren in de Maasgouw met de aan het klooster geschonken hofstede, en verleenen aan de broeders van het klooster de vrije abtskeus.
N° 70. 858 Januari 2. Koning Lotharius II schenkt aan het Utrechtsche sticht het klooster Berg aan de Roer.
N° 77. 870 Augustus 8. Karel de Kale en Lodewijk de Duitscher verdeelen Lotharius’ Rijk, waarbij Lodewijk o. a. krijgt: Utrecht, St. Odilienberg en het graafschap Teisterbant.
N° 95. 916 Januari 19. Graaf Waldger in Niftarlake is getuige in eene oorkonde, waarbij koning Karel de Eenvoudige aan de abdij Prüm de gift van het klooster te Susteren bevestigt.
N° 99. 928. Graaf Waldger in Niftarlake is als getuige tegenwoordig bij de ruiling van goederen van de St. Servaaskerk te Maastricht met de St. Pieterskerk te Trier.
N° 105. 943 Juni 24. Bisschop Balderik geeft aan de dochter van graaf Reiner, weduwe van graaf Nevelung, en hare zonen Balderik en Rodulf tegen betaling van cijns in levenslang gebruik eenige goederen van de abdij Heriberc en het St. Pietersklooster te St Odilienberg, en ontvangt daartegen verschillende goederen van de St. Maartenskerk ten geschenke.
N° 112. (949) Juni 1. Bisschop Balderik wordt genoemd als aanwezig te Nijmegen, toen Koning Otto I het klooster Prüm bevestigde in het bezit der abdij Susteren.
N° 142. 992 Juni 1. Hilzondis, gravin van Stryen, echtgenoote van graaf Ansfrid, schenkt de kerk van Stryen, Geertruidenberg, Gilzen, Baarle en andere goederen aan het door haar gestichte klooster Thorn. (Onecht).
In de „Verslagen omtrent ’s Rijks verzamelingen van geschiedenis en kunst 1919” treffen wij aan onder de aanwinsten van het Nederlandsch Museum te Amsterdam:
12492/12500. Negen tegels van aardewerk met slibversiering en loodglazuur. Limburgsen werk uit de 18e eeuw. Geschenk van Dr. A. H. M. Willemse.
Hierbij dient te worden vermeld, dat de schenker ook ons Museum indertijd met eenige mooie specimens van Noord-Limburgsch aardewerk bedacht heeft.
Voor de „collectionneurs” willen wij niet onopgemerkt laten, dat ook Limburgsche gemeenten in de oorlogsjaren overgegaan zijn tot het vervaardigen van papieren geld. Het verslag van het Koninklijk Munt- en Penning-kabinet vermeldt onder zijne aanwinsten „bons” der volgende gemeenten:
Heerlen. Gemeentebon van 1 gulden.
Horst. Gemeentebons van ƒ 1 en ƒ 2.50.
[95]
Posterholt. Gemeentebons van 1 gulden, 2½ gulden en 5 gulden.
Schaesberg. Gemeentebon, zonder ingevulde waarde.
Venlo. Gemeentebons van 1 gulden en 1½ gulden.
Ook van een particuliere firma in Limburg werden „bons” verworven, n.l. van: de Maatschappij van de Griendt’s land-exploitatie te Griendtsveen. Bons van ƒ 1, 25 cents en 10 cents.
|