[828]
[...]
Twee fragmenten van een opschrift
te St-Odiliënberg.
« Over twee fragmenten van een romeinsch opschrift. » Zoo luidt de titel van een verslag van den Eerw. Heer Habets aan de koninklijk akademie van wetenschappen. Waarlijk ingenieus is de wijze waarop onze Rijks-archivaris uit de fragmenten
R O I N I A B V A N Y A P R I M U S V A R I N I
het opschrift completeert tot: Matronis ..roin... iabus Nervianus Januarius Primus Januarini v. s. l. m. Misschien maakt een ander een kop en staart aan roin en wordt dit Ruroiniabus.
Wij hebben de gemelde fragmenten gezien en dachten er aan, dezelve tot één opschrift te verbinden; wij stonden echter stil voor de opmerking dat de kleur en de fijnheid van den steen in beide fragmenten verschilden. Gaarne echter willen wij toestemmen dat beide frag. op één en hetzelfde monument gefigureerd hebben, dat wij ons van eenigen omvang voorstellen. Zou bij voorbeeld de ter plaatse opgerichte kapel, ter cere van de heilige maagd Maria, niet zijn gebouwd geweest op de bouwvallen van een fanum of tempeltje ter eere van de Roergodinnen? Wellicht zijn de kolomkapiteeltjes die de ijverige restaurateur van de kerk van St. Odiliënberg uit den grond opdolf, afkomstig van dat fanum. Het zoude de moeite loonen die kapiteeltjes te doen onderzoeken, om te constateeren of ze van romeinschen of van middeleeuwschen oorsprong zijn; of ze dus tot het vermoede fanum of tot de latere kerk behooren.
Wij kunnen niet nalaten den wensch uittespreken, dat al de fragmenten van versieringen die te St-Odiliënberg gevonden worden, daar ter plaatse in een klein museum vereenigd werden en dat het der Hooge Regering behagen mocht onbaatzuchtig de restauratie der schoone romaansche baziliek van St-Odiliënberg door een mild subsidie te gemoed te komen.
Roosteren, 26 Dec.
A. W.
|