De Morgen/Jaargang 5/Nummer 1306/Gennep

‘Gennep. Het Water!’ door Martinus
Afkomstig uit De Morgen, vrijdag 7 december 1928, tweede blad, [p. 4]. Publiek domein in de EU.
[ tweede blad, 4 ]

Gennep.

Het Water!

De laatste weken staan wel in het teeken van Water. De dagbladen hebben overvloed van copie; gansche series ongelukken, de een nog treuriger dan de andere, volgen elkander op. Hier lopen polders onder, daar scheurt een dijk; schepen zinken, en menschen verdrinken; het is een groote jammerklacht, die overal omhoog stijgt!
Tot heden is Gennep voor een onmiddellijke overstrooming gespaard gebleven; zelfs kan er nog een klein beetje was komen, vóór van onmiddellijke dreiging kan gesproken worden; maar de zorg, om wat wellicht weer komen gaat, beheerscht toch reeds menigeen. Men is 1926 nog lang niet vergeten. Toen stond het water op sommige punten tot tegen de verdieping der huizen aan. De schade, toegebracht aan have en goed — en niet minder de schade toegebracht aan de gezondheid van zoo menigeen, was bijna niet onder cijfers te brengen.
Wel zijn na den vloed de dijken hier en daar versterkt, doch dit alles was en is slechts half werk, in dien zin, dat deze waterkeeringen op zich zelf beschouwd niet voldoende geacht kunnen worden om een vloed, zooals b.v. in 1926 kwam opzetten, te keeren. Nog te meer dreigt hier gevaar, waar de dijken aan de Brabantsche zijde der rivier door de provincie en het Rijk geweldig zijn en worden versterkt, terwijl de noord-Limburgsche zijde betrekkelijk geheel open ligt. Dat deze toestand op den duur zal veranderen, hieraan behoeft men, vooral na hegeen de heer Bongaerts hierover in zijn jongst gehouden rede in Gennep meedeelde, niet te twijfelen. Maar hoe lang zal dat nog duren? De werken aan de Maas zullen nog jaren en jaren vorderen, en in dien tusschentijd staat Gennep bloot aan de onweerstaanbare krachten van den gevreesden waterwolf! Zoo ver het oog reikt, overal staat hier alles blank. De Maas en de Niers vormen nu een groot meer, en wederom wordt was gemeld. Laat ons hopen, dat alles zal worden aangewend, om aan het gevaar van overstrooming het hoofd te bieden. Wellicht ware het in dit verband goed, het voorbeeld te volgen van een bur[g]emeester uit de thans overstroomde gemeente, die, toen, de dijken dreigden te bezwijken, alle Mannelijke krachten boven de 16 jaar opriep om te werken aan de versterking daarvan. Ons dukt, dat een dergelijke organisatie voor Gennep ook van evenveel gewicht zoude kunnen zijn. Wanneer intijds maatregelen worden getroffen, kunnen we met een geruster hart de komende dingen tegemoet zien. Het geldt hier een groot algemeen belang, en de vrijwaring van watersnood is wel de moeite van de te nemen maatregelen waard.

MARTINUS.