De Nieuwe Koerier/Jaargang 42/Nummer 167/De zigeuners

De zigeuners
Auteur(s) Anoniem
Datum Donderdag 18 juli 1929
Titel Van hier en daar. De zigeuners
Krant De Nieuwe Koerier
Jg, nr 42, 167
Editie, pg [Dag], tweede blad, [2]
Brontaal Nederlands
Bron roermond.x-cago.com
Auteursrecht Publiek domein

VAN HIER EN DAAR.

DE ZIGEUNERS.

      – Wie kent het niet, het volk der zigeuners? Deze eeuwig rusteloozen, de van plaats tot plaats, van land tot land trekkende vagebonden? Sinds meer dan duizend jaar kwamen ze in Europa. Een volk van nomaden, zooals de Hunnen en Mayaren en toch, in wezen, door werelden van hen gescheiden. Want, terwijl de Hunnen en Mayaren, door natuurlijke omstandigheden, werden gedwongen van land tot land te trekken om nieuwe jachtgronden en weide-plaatsen te vinden en het verlangen hadden naar een nieuw vaderland, is de Zigeuner het begrip „vaderland” vreemd gebleven.
      De zigeuner is dezelfde gebleven als voor eeuwen.
      Het volk der zigeuners is het eenige volk, dat zijn raseigenschappen zuiver heeft bewaard, omdat het geen ontwikkeling kent. Moraal, zeden, godsdienst zijn voor hen niets zeggende begrippen. Ze zijn de geboren parasieten en hebben eeuwen de kunst verstaan ten koste van anderen te leven. Waar ze verschenen, werden ze steeds slechts geduld, voor langeren of korteren tijd, en moesten dan verder, want ze deden niets om zich bemind te maken. Wanneer men evenwel, thans van het standpunt van den Europeaan een oordeel over hen wil vellen, dan mag niet worden vergeten, dat alles wat wij hen aanwrijven, als onzedelijkheid, ruwheid, gruwzaamheid, egoïsme, voor hen doel en leven beteekent. De zigeuner steelt uit neiging om de zaak zelf. Hij liegt ter wille van den leugen zelf. Hij volgt hierbij den drang van zijn oerinstinct, welke is gebleven. Daarbij is hij thans, evenals eeuwen geleden, in een net van bijgeloof gevangen, want hij kent geen ontwikkeling, zoomin als zijn vader of een ander van het voorgeslacht. Zigeuner of „Zigany” is de gebruikelijke benaming voor hen. Onder dezen naam zijn ze vrijwel door de geheele wereld bekend. In oude procesacten van de vijftiende en de zestiende eeuw noemde men ze dikwerf Egyptenaren en men ontmoet hun rasgenooten in bijna alle toover- en en heksenprocessen van dit tijdperk.

      In de vijftiende eeuw kwamen zij over het Boheemsche woud naar Duitschland en andere deelen van Europa onder aanvoering van hun eigen leiders. Ze vertelden de meest fantastische dingen over hun afstamming, omgaven zich zelf met de glorie van een uit hun vaderland ververdwenen volk, dat te vergeefs tegen zijn onderdrukking had gestreden, en maakten de dorpelingen wijs, bekend te zijn met alle kunsten der tooverij. Ook naar Frankrijk trokken zij. Daar werden zij Bohemiens genoemd.
      We weten thans dat zij geen Egyptenaren zijn. Het oorspronkelijke vaderland van de zigeuners ligt in Indië aan de oevers van den Indus.
      Hun trek naar Europa begon in de dertiende eeuw. Ze kwamen eerst in Aziatisch Turkije en naar Perzië en Armenië. Ze vormden in de vijftiende en zestiende eeuw rooverbenden, die in wreedheid alles overtroffen. Uit Azië kwamen ze reeds in de 9e eeuw na Christus, in groote scharen naar het Westelijke Europa.
      Ze werden van plaats tot plaats verjaagd. Steeds weer vereenigden zij zich onder hun eigen hoofden en koningen. De leden van de bende waren met onverbreekbare banden aan elkaar verbonden.
      De zigeuners waren vaak in de gelegenheid vrijbrieven van koningen en pausen te toonen, zoo kreeg de hertog der zigeuners, die met duizenden van zijn aanhangers naar Bologna trok, van Paus Martin V, een vrijgeleide.
      In Europa wonen thans nog 650.000 zigeuners.